
























































































Reisverslag: vogel- en zoogdierenreis naar Mongolië 2019
Van 21 september tot en met 6 oktober 2019 trok STARLING-gids Geert Beckers met zeven deelnemers naar het Altai gebergte en de uitgestrekte steppes in het oosten van Mongolië. De focus lag enerzijds op het vinden van enkele enigmatische zoogdierensoorten, het sneeuwluipaard en de weinig gekende pallaskat of manoel, en anderzijds op het met volle teugen genieten van de najaarstrek van vogels. Met in totaal 169 waargenomen soorten vogels en waarnemingen van 23 soorten zoogdieren, waaronder maar liefst zeven verschillende sneeuwluipaarden, drie pallaskatten en een groep saiga-antilopen, werden vrijwel alle specialiteiten van deze bestemming met succes gezien. Lees hier het reisverslag van deze vogel- een zoogdierenreis naar Mongolië.

Hustai NP
Tijdens de reis bezochten we drie regio’s. We verplaatsetn ons in comfortabele jeeps of busjes en werden de hele reis begeleid door Bogi, onze vogelgids met een zeer uitgebreid netwerk van contacten in heel Mongolië waardoor we steeds up-to-date info verkrijgen en in staat zijn om ons programma flexibel af te stemmen op de wensen van de deelnemers, en Ogi, een zoogdierenspecialist en extreem goede spotter.
We startten in het nationaal park Hustai, waar we sliepen in een permanent gerkamp voor toeristen, met alle nodige faciliteiten. Door de ligging nabij Ulaanbaatar en de succesvolle herintroductie van de preswalski paarden is dit park populair bij zowel de lokale bevolking als bij toeristen. Het zou de enige keer zijn deze reis dat we andere toeristen tegenkwamen. Het park is landschappelijk fantastisch en preswalski paarden en Siberische wapiti herten zijn er talrijk aanwezig, wat maakt dat er bovendien een goede kans is om wolven te zien. Op onze eerste ochtend hadden we het geluk om twee ‘verre’ wolven langs een heuvelkam te zien lopen met daarnaast soorten als de goudlijster, Daurische patrijs, Daurische kauwen, Aziatische kortteenleeuwerik, witkopgorzen, weidegorzen en de alomtegenwoordige sakervalken.

De Tuul riviervallei
De volgende stop in de regio van Ulaanbaatar was de brede en uitgebreide Tuul riviervallei, een magneet voor trekvogels met enkele lokale specialiteiten. Een ideale plek om te bezoeken vooraleer we onze binnenlandse vlucht namen. Op deze manier maximaliseerden we onze tijd in de natuur.
Hoogtepunten in de vallei waren ook in het najaar legio. Zo zagen we een laat vrouwtje amoervalk, verschillende langstaartroodmussen en azuurmezen, blauwe eksters, witkruinbuidelmezen, white-cheeked starlings, een witrugspecht die zich langdurig van op enkele meters liet bewonderen en een groepje van negen mandarijneenden. De bosjes zaten vol met roodkeel- en zwartkeellijsters en pallas’ boszangers en we zagen ook leuke extra’s, zoals de zwarte ooievaar en dichte waarnemingen van de zeearend en de dwergarend.

Met het vliegtuig naar de Khovd provincie
Vanuit Ulaanbaatar verplaatsten we ons met een binnenlandse vlucht naar de Khovd provincie in het westen van Mongolië. Het landschap bestaat uit uitgestrekte woestijnsteppes met grote steppemeren die gelegen zijn aan de rand van het Altai gebergte.
Logistiek hadden onze gidsen een lokale familie ingehuurd die voor ons een gerkamp had opgezet aan de voet van het Altaigebergte. Onze drivers kenden het gebergte als hun broekzak en het team werd bijkomend versterkt door twee lokale herders/spotters die onze zoekacties versterkten door te paard op zoek te gaan naar het sneeuwluipaard. Met dit geoliede team van specialisten maximaliseerden we onze kansenop deze bijzondere kat.
De eerste avond spendeerden we aan de voet van het gebergte op zoek naar de saiga-antilope. We vonden een groepje van zes stuks en we namen de tijd om voorzichtig tegen de wind in te naderen zonder deze zeldzame antilopen te verstoren en konden ze in de telescopen schitterend bekijken. De Mongoolse saiga-antilopen zijn de enige nog levende afstammelingen van de in het pleistoceen voorkomende mammoetsteppesaiga en daarmee een van de oudste zoogdierensoorten die op onze planeet voorkomen. De soort is met uitsterven bedreigd, voornamelijk door stroperij gericht op de hoorns, maar ook door de klimaatverandering en habitatverlies. In 2015 werd de soort getroffen door een ziekte die verspreid kon worden door teken, waarbij onder andere in een klap veertig procent van de Kazachse populatie uitstierf.

Op zoek naar zeldzame katten
De volgende twee dagen trokken we het gebergte in en hadden we er waarnemingen van maar liefst zeven sneeuwluipaarden. Het eerste volwassen exemplaar vonden we terwijl hij een wolf van zijn prooi verjoeg. Een tweede volwassen mannetje liep in beeld terwijl we naar een pallaskat aan het kijken waren en een derde volwassen vrouwtje had vier kleine welpjes bij. Dit loste bij uitstek alle verwachtingen in.
Dit in combinatie met een adembenemende landschap en een hele hoop andere leuke zoogdieren en vogels zoals de argali, Siberian ibex, Altai pika, Altai marmotten en bergsoorten zoals de Altai berghoen, lammergieren en Himalayagieren, sneeuwvinken en père davids sneeuwvinken, bonte tapuit, witkruinroodstaart, evermann’s roodstaart, oostelijke zwarte roodstaart, hill pigeon, Aziatische roodborsttapuit en veel bruine heggenmussen.

Weidse steppes en speciale soorten
De laatste twee dagen verlegden we de aandacht naar de woestijnsteppes onder ons kamp. De steppes zijn de thuis van enkele enigmatische vogelsoorten die typisch zijn voor de Centraal-Aziatische woestijnsteppe. Hoogtepunten in dit biotoop waren de endemische Mongoolse steppegaai en vele honderden steppehoenen die zich zowel in zit als in grote langsvliegende groepen lieten bewonderen.
In de steppes zagen we ook verschillende groepen kropgazelles. In dit landschap lagen enkele plantages en een rivervallei die als een migrant trap werken op Siberische trekvogels. Het was er zalig vogels kijken met grote aantallen humes bladkoningen, Siberische tjiftjaffen, pallas’ boszangers, witkopgorzen, evermann’s roodstaarten, zwartkeel- en roodkeellijsters. Andere leuke soorten waren de Siberische sprinkhaanzanger, bruine lijster, Siberische boompieper, citroenkwikstaart, roze spreeuw, hop, nachtzwaluw, oosterse tortel, izabelklauwieren en verschillende zwartkeelheggenmussen. In een groepje witkopgorzen zagen we een jonge bruinkopgors. Een zeldzame waarneming voor dit deel van Mongolië.
De laatste ochtend spendeerden we aan een steppemeer waar duizenden watervogels zitten. Hoogtepunten in deze vogelweelde waren een de kroeskoppelikaan, de reuzenzwartkopmeeuw, kraanvogels, baardmannetjes, pallas’ rietgors en oostelijke bruine kiekendief. Einde van een zeer geslaagd eerste deel van de reis.

Nog een bijzondere kat
Na een korte vlucht sliepen we die dag in een luxueus gerkamp aan de rand van Ulaanbaatar waar we onze enige gaai (de zeer frappante ondersoort brandti) zagen. Na een uitgebreid ontbijt reisden we door naar de steppes van Suhbaatar in het oosten van Mongolië waar we tot het einde van de reis op zoek gingen naar de bijzondere pallaskat. Onderweg zagen we vele tientallen steppearenden, upland buizerden, monniksgieren en een smelleken. Het hoogtepunt was een prachtige steppevos.
Ook hier was er speciaal voor ons een gerkamp opgezet te midden van de grazige steppes. Het is de thuisbasis van onze gids Ogi, die al meer dan twintig jaar onderzoek doet naar de pallaskat. Net als in het westen werd ons team bijgestaan door een lokale familie en een professionele kok die was meegereisd vanuit Ulaanbaatar. Ook werden we versterkt door twee lokale spotters die voor dag en dauw op zoek gingen naar de pallaskat.
Onze routine was om bij zonsopgang en in de late namiddag in het juiste biotoop te zoeken naar de nachtactieve pallaskat, die zich op deze ogenblikken verplaatste vanuit de grazige delen naar de rotshopen. Doorheen de dag keken we vogels en na het avondeten was er tijd om te gaan spotten. Het duurde een tijdje, maar op de derde ochtend hadden we een prachtige waarneming van de pallaskat. Eerst schuilend onder een hoop rotsen, maar tegen de avond ook mooi foeragerend in de steppe. Dit was voor iedereen hét hoogtepunt van de reis.

Het andere biotoop en het feit dat we al een weekje later waren bracht een hele hoop nieuwe trekvogels met zich mee. Zo zagen we onder andere de Japanse kwartel, Japanse sperwer, Chinese klapekster, Chinese groenlingen, raddes boszanger, ijsgorzen, Siberische kwikstaarten, naumann’s-, bruine, roodkeel- en zwartkeellijsters, bosgorzen, dwerggorzen, maskergorzen, pallas’ rietgorzen, oosterse tortel , ransuilen, oehoe’s, Mongoolse pieper, izabeltapuit, ‘Siberische’ Pacifische waterpieper (Anthus rubescens japonicus), taigarietganzen (ondersoort middendorfii) en veel bergheggenmussen en blauwstaarten.
De laatste waarnemingen en het afscheid van de steppes
Op een namiddag maakten we een mooie tocht doorheen de minder begraasde delen van de steppes. Deze rustigere delen genieten de voorkeur van de Mongoolse gazelles. In totaal zagen meer dan 800 exemplaren en daarnaast nog een verrassing van formaat: een vrouwtje grote trap van de ondersoort dybowski, een soort die onze lokale gidsen hier nog nooit hadden waargenomen. Het spotlighten leverde dan weer mooie waarnemingen op van de Siberian jerboa, een zeer bizar knaagdier dat een beetje weg heeft van een kruising tussen een muis en kangoeroe.
Na een geslaagd tweede deel van de reis was het tijd om terug te reizen naar de hoofdstad. Onderweg maakten we tijd om vogels te kijken rond de meren van Gun Galut. De meren zaten vol met watervogels, met daartussen verschillende leuke soorten zoals zwaanganzen en Indische ganzen. In een groep kolganzen vonden we een adulte dwerggans, een nieuwe soort voor onze gids.
Andere waargenomen soorten zijn wilde- en kleine zwanen, tientallen Aziatische goudplevieren en zwarte ruiters en tussen een grote groep bonte strandlopers zagen we een temmincks strandloper. Ronald zag tot slot nog twee Siberische talingen in een groep eenden. ’s Avonds gingen we met zijn allen goed tafelen en genoten van een warme douche alvorens terug huiswaarts te vliegen.
