© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
© Walther de Munter
12 augustus 2021

Sfeerverslag La Brenne juli 2021 samen met Landschap vzw

Zaterdag 3 juli in de vroege ochtend. Twee minibusjes met tien leden en twee gidsen van Landschap vzw hebben afgesproken bij Cowboy Henk. Cowboy Henk? Dat is de populaire benaming voor de carpoolparking Kortrijk-Oost langs de E17. Bestemming: La Brenne, zo’n 270 kilometer ten zuiden van Parijs in het departement Indre. Met een oppervlakte van bijna 200.000 hectare is het natuurpark van La Brenne één van de best bewaarde geheimen van Frankrijk.

Land van Duizend Meren

Deze streek wordt ook wel ‘het Land van Duizend Meren’ genoemd, maar dat is een understatement! In werkelijkheid zijn het er veel meer. Het relatief vlakke noordelijke deel van La Brenne is werkelijk bezaaid met ondiepe viskweekvijvers, zo’n 2.500 in totaal. Veel van die vijvers waren er al in de middeleeuwen, dit is dus een streek met een traditie! La Brenne bestaat uit kleine dorpen en gehuchtjes, verspreid gelegen en verbonden door een netwerk van kleine, pittoreske weggetjes met weinig verkeer.

Weinig verkeer is iets waar we voorlopig alleen maar van kunnen dromen, want het is druk en we moeten Parijs nog voorbij. Maar het gaat vlot. Elk busje volgt koppig zijn eigen route over de Boulevard Périphérique, maar uiteindelijk komen we bijna tegelijk aan de afgesproken tussenstop aan: een Frans snelwegrestaurant even voorbij Versailles.

Na een snelle hap gaat het bijna in één ruk door naar Châteauroux, de poort naar La Brenne. Onderweg veel prachtige bossen en prima broedplaatsen voor nachtzwaluwen, maar daar zijn we niet voor gekomen. Wij willen vijvers, koereigers, moerasschildpadden, witwangsternen en slangen zien! En graag ook nog een hop voor het donker wordt.

© Walther de Munther

Biodiversiteit troef!

Enkele uren later kijken we vanuit onze hotelkamer uit over de grootste vijver van de streek, vol witte knobbelzwanen. Talloze witwangsternen, een paar purperreigers, een dikke vette beverrat en gekwetter van heel veel boerenzwaluwen zorgen voor een stevig vakantiegevoel. Uiteindelijk zullen we tot de volgende ochtend moeten wachten vooraleer de hop een keer over ons hotel en voorbij de voorruit van onze minibus wil vliegen. Maar vanaf dan doet-ie dat wel elke dag meerdere keren. En hij laat zich zelfs meermaals op de foto zetten.

Via brede rietkragen gaan de natte milieus rond de talloze vijvers naadloos over in golvende weilanden, omringd door prachtige oude loofbossen. Je komt ogen tekort om de schitterende mozaïek van biotopen te overzien. Er zijn namelijk niet alleen de vijvers, weilanden en bossen, die zijn ook nog eens met elkaar verbonden via prachtige hagen en houtkanten en bloemrijke wegbermen.

Behalve ogen komen we hier ook tijd tekort, tijd om een volledig beeld te krijgen van de werkelijk spectaculaire biodiversiteit: 1 600 soorten planten, 62 soorten libellen, maar liefst 10 soorten reptielen en 14 soorten amfibieën, ruim 260 vogelsoorten, meer dan 100 soorten dagvlinders en talloze andere ongewervelden.

 

Het beste van twee werelden

La Brenne is de streek waar het noorden en het zuiden elkaar ontmoeten. Je vindt hier haast alle soorten van de Lage Landen, maar ook typische vertegenwoordigers van een mediterraan milieu. Behalve die hop aan het hotel zijn dat onder meer bijeneter, koereiger, cirlgors, boomkikker, bidsprinkhaan en de felgroene smaragdhagedis. Of blauwoogvlinder, Europese moerasschildpad, grauwe klauwier en zwarte wouw. Het beste van twee werelden komt hier samen!

We kijken onze ogen uit! Op en rondom de vijvers krioelt het van de watervogels. Alle Europese reigersoorten – inclusief ralreiger, purperreiger, woudaapje, roerdomp, kwak en twee soorten zilverreigers – komen hier voor, sommige broedend in gemengde kolonies pal voor één van de 16 comfortabele vogelkijkhutten. Vanuit die hutten zie je ook witwangsternen, geoorde futen, krooneenden, steltkluten, gezellig knabbelende beverratten, en met wat geluk zelfs een ringslang of een adderringslang.

Maar let op, het zijn niet alleen ongevaarlijke ringslangen die hier de dienst uitmaken. Met de geelgroene toornslang of de aspisadder bijvoorbeeld, kan je maar beter geen ruzie krijgen. De aspisadder krijgen we uiteindelijk in levende lijve te zien, zonnend in een wegberm, de geelgroene toornslang helaas alleen in de platgereden versie.

Tijdens onze dagelijkse excursies zien we keizersmantel, blauwe en kleine ijsvogelvlinder, rouwmantel, kolibrievlinder, glasvleugelpijlstaart, koningspage, grote vuurvlinder, witbandzandoog en duizenden dikkopjes en oranje zandoogjes. De plantenliefhebbers in het gezelschap vergapen zich aan bijenorchis, moeraswespenorchis, zomerbitterling en klokjesgentiaan tijdens onze wandeling rond een galigaanmoeras. Overal ook droge ‘buttons’ vol rode dopheide en bezemdopheide, en in de bossen héél bizarre planten zoals muizedoorn. En steken dat dat doet!

© Walther de Munter

Fotohutten en ochtendexcursies inbegrepen!

Elke ochtend krijgen de deelnemers de kans om nog voor zonsopgang post te vatten in één van de kijkhutten of de speciale fotografiehut midden in de grootste reigerkolonie. Dodelijk vermoeiend voor de gids, maar ach, uitslapen kan na de reis. Roerdomp en woudaapje leiden een verborgen bestaan in het riet en vliegen af en toe eens langs, maar koereigers, purperreigers, kleine zilverreigers en kwakken vormen bonte kolonies die bulken van de activiteit.

Begin juli zitten de kolonies letterlijk bomvol en vliegen de volwassen reigers permanent heen en weer met voedsel voor hun kroost. Je weet echt niet waar eerst kijken of fotograferen! De reigers zijn letterlijk overal om je heen, aan alle kanten, tot zelfs vlak voor de luikjes van de hut. Nog voor het ontbijt zijn we enkele uren bezig met fotograferen, of gewoon kijken.

De heen- en terugrit naar de reigers levert steevast vossen, dassen, reeën, edelherten of wilde zwijnen op, de ene keer vlak langs de weg, de andere keer heel ver weg in een drooggevallen vijver. Vroeg of laat krijg je ook een koekoek of een wespendief voor de voorruit of – als je snel bent – voor de lens.

© Walther de Munter

Toeval bestaat niet

Voor de dagexcursies weten we perfect welke plekken we willen bezoeken. Onze gidsen hebben deze reis al zeven jaar op rij gedaan in dezelfde week in juli, en dat heeft soms zo zijn voordelen, bijvoorbeeld als je een adderringslang wil vinden. Aan een sluisje bij één van de grote vijvers heeft de groep van Landschap vzw en STARLING elk jaar in de tweede week van juli afspraak met dezelfde adderringslang. Elk jaar wordt die een beetje langer, en elk jaar vinden ze ook zijn vervelling.

En ja hoor: ook dit jaar is ‘onze’ adderringslang op post, zonnend op haar vaste plekje. Dit keer heeft ze zelfs ook haar opvolger meegebracht; die is voorlopig nog wat kleiner en ligt wat lager op het muurtje verscholen tussen de vegetatie.

Ook voor het spotten van de gevlekte ringslang blijkt er een beproefde tactiek te bestaan: een kwartier, maximaal een half uur zitten en wachten op een betonnen trapje aan het sluisje van een vijver, tenminste als we gids Jan mogen geloven. En effectief: binnen het kwartier komt de ringslang voorbij gekronkeld in het water! Het is de eerste van een lange reeks, want nooit eerder leverde deze reis zoveel ringslangen op.

Daarmee hebben we alle courante slangensoorten van La Brenne afgevinkt: drie soorten levend, één dood. De esculaapslang – diegene die je ziet in het logo boven elke apotheek – krijgen we helaas ook dit jaar niet te zien; daar zal haar verborgen levenswijze in de bomen wel voor iets tussen zitten. Enkele boomkikkers, een dozijn smaragdhagedissen en talloze Europese moerasschildpadden – zowat de mascotte van La Brenne – maken dat gemis echter helemaal goed.

© Walther de Munter

Glijden tussen waterjuffers

In het meer reliëfrijke zuiden van La Brenne stromen twee rivieren in diep uitgesleten valleien: de Anglin en de Creuse. Allebei zijn ze prachtig om zien, zeker in de periode waarin wij er zijn. Dan zijn de rivieren immers bedekt met drijvende pakketten van bloeiende waterranonkels waarboven duizenden elegante weidebeekjuffers fladderen. Een lust voor het oog!

De voorlaatste dag staat een kanotocht op de Anglin op de agenda. Niet toevallig de voorlaatste dag pas, want de traditie heeft geleerd dat na de kanotocht de fut er wel uit is bij de meeste deelnemers. Onze gidsen zijn slim genoeg om dat pas achteraf te vertellen. Na 7 jaar varen op La Creuse vindt Aagje “dat het tijd is voor een nieuwe rivier” en beslist ze om kano’s te laten aanrukken op de Anglin in plaats van op de Creuse. “Iemand moet voor wat ‘enrichment’ zorgen voor de gids, zodat Jan niet vastroest in altijd weer hetzelfde programma”, is haar redenering.

Aagje vindt de Anglin er “groener en spannender” uitzien dan de Creuse, met 7 dammen waar je vanaf moet varen, tegenover maar 4 op de Creuse. Bij elke dam is het niveauverschil ongeveer twee meter. Als je geluk hebt, zit er een bres in waar je doorheen kan varen, anders is het erop en erover. Gelukkig zit er dit jaar extra veel water in de rivier en stroomt het dus overvloedig over de dammen, genoeg om er met een kano overheen te surfen.

© Walther de Munter

Le Grand Pont de Pierre

De man van de verhuurfirma geeft een korte briefing over het af te leggen parcours terwijl gids Jan net op dat ogenblik een oproep krijgt van een Nederlandse journalist die alles wil weten over wolven in België. De rest is geschiedenis: Jan mist de briefing en de uitleg van de kanoverhuurder was blijkbaar zo kort dat niemand van de anderen begrepen heeft dat we er zeker uit moeten vóór de grote stenen brug – Le Grand Pont de Pierre -, simpelweg omdat het daar voorbij nergens nog kan.

Dat laatste zullen we later die dag aan den lijve ondervinden. Een kanotocht van 19 kilometer – Aagje had al maar 17 gezegd om ons moed te geven – wordt er uiteindelijk één van 26 kilometer. Zeker weten dat die van volgend jaar eruit gaan vóór de grote brug! Maar aan de andere kant: de meeste bijeneterkolonies zaten voorbij de stenen brug, die pakken ze ons niet meer af!

© Walther de Munter

Cultuur opsnuiven

Vanuit je kano zie je dus bijeneters broeden in de zandige oevers van de rivier, maar je passeert ook indrukwekkende rotsformaties en de middeleeuwse burcht van Angles-sur-l’Anglin. Dit pittoreske dorpje – officieel één van de mooiste dorpen van Frankrijk – schreeuwt om een bezoek met aansluitend een diner op het gezellige dorpspleintje. Als daags nadien het restaurant van ons hotel een rustdag heeft, maken we daar gretig gebruik van, bezoeken het charmante stadje en eten we in stijl in Angles-sur-l’Anglin!

© Walther de Munter

Als God in Frankrijk

Culinair worden we verwend. Het ontbijtbuffet en het diner in ons hotel zijn méér dan OK. Daarnaast voorziet ‘leidster’ Aagje halverwege elke dagexcursie een riante lunch op een prachtige picknickplek bij één van de vele vijvers of langs een riviertje. Pure verwennerij! Aagje wordt daarvoor overigens beloond door de natuur: onderweg naar de winkel om inkopen te doen, ziet zij meermaals de slangenarend die de anderen telkens net niet voor de lens krijgen.

Pech onderweg

Te midden van al die herinneringen zouden we nog vergeten dat halverwege de reis één minibus het liet afweten met een geblokkeerd stuurslot. Dagenlang was Aagje in de weer om vervangwagens te fiksen en de deelnemers toch mobiel te houden, waarvoor eeuwige dank! Terwijl op de dag van de terugreis nog de laatste vervangwagen voor ons gearrangeerd werd in ‘de grote stad’, konden wij nog genieten van het betere vogelspektakel in één van de kijkhutten. Daarna werd het afscheid van La Brenne onafwendbaar. Maar we komen terug!

Jan Loos

© Walther de Munter
Alle beelden op onze website zijn eigen werk en gemaakt door onze deelnemers en gidsen. Wat je ziet geeft dus een realistisch beeld van wat jij zelf kan zien, beleven en fotograferen op onze reizen.