30 april 2014

Reisverslag Antarctica: STARLING’s eerste reis

In februari 2014 was het dan eindelijk zover: De eerste reis onder de noemer van STARLING werd ingezet. En wat voor een trip: ANTARCTICA. De natte droom van elke natuurliefhebber en fotograaf. We zijn dan ook erg trots dat we de eer hebben gekregen de spits er in stijl af te bijten. Lees hier het reisverslag.

Aankomst in Ushuaia

12 februari

Na een lange vlucht checkten we in bij ons hotel, wat meteen een echte voltreffer was. Mooie rustige locatie buiten de stad aan de oevers van de Beagle Channel. Vanuit de tuin noteerden we alvast onze eerste leuke soorten: de kelp geese, flying en flightless steamer-ducks, Chiloe wigeon, yellow-billed pintails, yellow-billed teals, imperial cormorants, blackish oystercatchers, kelp- en dolphin gulls en South American terns zijn maar een greep uit de vele honderden vogels aanwezig langs de vloedlijn. Er was ook wat beweging van steltlopers en al vlug vonden we twee rufous-chested dotterels tussen de bairds- en white-rumped sandpipers. Meteen al een van onze targetsoorten na amper tien minuten vogels kijken. Wat een begin.

Op het gazon zat het letterlijk vol austral negrito’s en hier en daar was ook wel een buff-winged cinclodes te vinden. Inmiddels was onze huurauto aangekomen en gingen we enkele plekken rond de stad verkennen. Een groep upland geese, een tiental ashy-headed geese, red shovelers, black-chested buzzard-eagles, southern- en chimango caracaras, brown-hooded gulls en een leuke groep austral parakeets vulden de lijst aan. Teruggekomen wachtte een groepje black-faced ibissen ons op langs de ingangsweg naar het hotel en vloog er een enkele Chilean swallow over. Er was wat meer wind opgekomen en de eerste southern giant-petrels vlogen door de branding, een soort welke we elke dag van de reis nog zouden tegenkomen. Ook werden een vijtiental Chilean skuas geteld. Na een heerlijke maaltijd gingen we moe maar voldaan slapen.

Tierra del Fuego NP en Ushuaia

13 februari

We waren alweer vroeg uit de veren en voor het ontbijt verkenden we nog even de bosjes achter het hotel. Dit leverde onder andere de thorn-tailed rayadito, de fire-eyed diucon, de Patagonian sierra-finch en de black-chinned siskin op. Langs de kustlijn zagen we onze eerste Magellanic oystercatchers en verder noteerden we dezelfde soorten als gisteren. Vandaag stond Tierra del Fuego Nationaal Park op het programma. Het weer was schitterend en het zag er veelbelovend uit. We zouden ons vooral rond Lake Roca en de naburige camping concentreren. Onze eerste stop was langs de Lapataia rivier. Hier merkte we al vlug enkele black-necked swans op. In de vegetatie langs de rivier vonden we de sedge wren en even later vonden we zowaar vier spectacled ducksEnkele great grebes, de Chiloe wigeon, crested ducks, yellow-billed pintails en yellow-billed teals werden eveneens opgemerkt en de eerste turkey vultures vlogen over. Ook zagen we opnieuw twee black-chested buzzard-eagles en in de verte zat een American kestrel. Even later parkeerden we onze auto op een van de vele picknickplekken en alvorens we goed en wel aan onze wandeling begonnen vonden we een austral pygmy-owl. Ons geluk kon niet op.

Tijdens de wandeling zelf noteerden we enkele austral parakeets, nog meer chimango caracaras, enkele aanstekelijke white-throated treerunners, vele thorn-tailed rayadito en white-crested elaenias, fire-eyed diucon, house wrens, patagonian sierra-finches, rufous-collared sparrows en black-chinned siskins. Terug aan de auto gekomen mankeerden we nog steeds een doelsoort: de Magellanic woodpecker. We besloten daarom om nog even in de andere richting te wandelen en het gebied met de hoogste bomen tegenover de camping uit te kammen. Dit bleek een goeie beslissing want na een vijftiental minuten kwam een koppeltje invliegen. Ook onze eerste austal thrushes werden hier opgetekend. We keerden in de vroege namiddag terug naar het hotel voor een lunch en namen rustig de tijd om alles in gereedheid te brengen voor ons grote avontuur. Rond 15u00 vertrokken we dan met de taxi richting haven en na paspoortcontrole door de douane en een uurtje wachten aan de kaai mochten we inschepen voor onze negentiendaagse trip met de M/V Ortelius. Van op het dek zagen we nog enkele southern giant-petrels in de haven zwemmen. De brandstofbevoorrading liet enkele uren op zich wachten en we vertrokken dus laat na zonsondergang de Beagle Channel in.

Atlantic Ocean richting de Falkland eilanden.

14 februari

De opgelopen vertraging maakte dat we ons bij zonsopgang net buiten de Beagle Channel op volle zee begaven. Dit bleek achteraf een geweldige meevaller te zijn en de eerste uren van deze dag zouden de vogelrijkste van onze tocht worden. Het krioelde hier werkelijk van de black-browed albatrossen en southern giant-petrels. Ook vlogen er northern giant-petrels, weliswaar in veel kleinere aantallen, white-chinned petrels, southern royal albatrosses, sooty shearwaters, great shearwaters, wilson’s storm-petrels en imperials cormorants rond en zagen we onze laatste Chilean Skua’s voor lange tijd. Ook een enkele South American fur seal werden gespot.

Later op de dag namen de aantallen sterk af maar nam de verscheidenheid aan soorten toe. Zo noteerden we onze enige northern royal albatross naast nog enkele southern royals en werd de eerste wandering albatross geïdentificeerd. Enkele honderden Cape petrels, slender-billed prions, meer wilson’s storm-petrels, imperials cormorants en brown skua’s werden opgemerkt en naargelang de dag vorderde namen vooral de aantallen sooty en great shearwaters toe. Er werden zowel een groep commerson’s alsook peale’s dolphins opgemerkt maar beide waarnemingen waren te kort en te ver voor de foto. Einde van een erg leuke dag.

GPS 08:00 Positie: 54°55’S / 065°01’W. Weer: +7°C, zonnig. Zee conditie: rustige golven. Wind: 13 knopen uit westelijke richting.

Long-tailed meadowlark. © Bård Øyvind Bredesen

Falkland eilanden (Carcass Island en Saunders Island)

15 februari 

Nog op volle zee maar met de Falkland eilanden reeds in zicht startten we de dag. We pikten nog wat zeevogels mee zoals black-browed albatrosses, southern giant-petrels, slender-billed prions, white-chinned petrels, sooty- en great shearwaters, wilson’s storm-petrels, brown skua’s en de eerste common diving-petrels. Onze eerste bestemming was Carcass Island waar we rond 8:00 een zodiac landing maakten. We bevonden ons nu in Dyke Bay. Hier zouden we een vier-kilometer-lange wandeling maken om dan nadien op een andere plek weer opgepikt te worden. Het werd al snel warm maar dit hinderde ons niet om al onze targets te vinden. Reeds bij aankomst wachtten de eerste blackish cinclodes ons op, ze bleken verrassend tam. Op het strand zaten kelp geese, Magellanic penguins, Magellanic oystercatchers, South American terns, dark-faced ground-tyrants en in de baai zwommen vele Falkland steamer-ducks. Ook de eerste striated caracaras kwamen nieuwsgierig aanvliegen.

De wandeling begon door het helmgras waar we al snel de endemische cobb’s wren te pakken kregen, nadien volgde er nog enkele. Ook de sedge wren, de correndera pipit, white-bridled finches en long-tailed meadowlarks kruisten onze wegen en een koppeltje magellanic snipes kwam mooi uit de begroeiing na playback. Meer in het open bezochten we een kleine kolonie gentoo pinguins. We kregen ook vele upland geese, vier exemplaren van de zeldzame ruddy-headed goose, magellanic (of rock) cormorants, black-crowned night-herons, blackish oystercatchers, austral thrushes, meer blackish cinclodes en black-chinned siskins te zien. Ook een verre dwergvinvis werd opgemerkt. Bij aankomst zat er een mooie groep imperial cormorants op de steigers en vlogen er turkey vultures over de heuvels.

Het was alweer tijd om naar onze volgende bestemming, Saunders Island, te vertrekken. Net na ’t middagmaal landden we op een strand, ‘The Neck’ genoemd. Vele duizenden gentoo pinguins verwelkomden ons maar onze aandacht ging hier vooral naar de kolonie rockhopper pinguins en black-browed albatrosses die een kilometer verderop in de heuvels nestelden. Wat waren de donzige jongen van beide soorten schattig. Striated caracaras, lokaal ook wel Johnny Rook genoemd, waren hier erg goed vertegenwoordigd. We zouden er meer dan vijftig tellen. Naast de soorten die we deze voormiddag te zien kregen vonden we hier ook een groep dolphin gulls en tussen de vele gentoo- en magellanic pinguins heeft zich hier een kleine kolonie van een dertigtal king pinguins gevestigd. Van op de kliffen hadden we nog een geweldig zicht op een jagende groep commerson’s dolphins. Een mooie waarneming om de dag af te sluiten.

GPS 08:00 Positie: 51°18’S / 060°33’W. Weer: +13°C heldere hemel, zonnig. Zee conditie: zeer rustig. Wind: zuidwest.

Falklandeilanden (Port Stanley) en Scotia Zee richting South Georgia.

16 februari 

Al bij dageraad waren we in Port Stanley, de hoofdstad van de Falkland eilanden toegekomen. Hier hadden we een viertal uur de tijd om er op eigen houtje op uit te trekken. Het was zondag en het bleek eerst geen sinecure te zijn om een taxi te vinden. Gelukkig kregen we hulp van de uitbaatster van de shop en even later werden we door haar vriendin naar Gypsy Gove gebracht. Hier maakten we dan een wandeling langs het afgebakend pad. Op het strand stond een groep magellanic pinguins en kelp geese, in de baai zwommen zeker een 250-tal Falkland steamer-ducks en in de begroeiing vonden we upland geese, dark-facede ground-tyrants, austral thrushes, corrondera pipits, white-bridled finches, long-tailed meadowlarks en een black-chinned siskin.

Verder noteerden we nog turkey vultures, magellanic- en imperial cormorants. Een variable hawk liet zich goed fotograferen maar van de steltlopers die we op de broedgrond zochten was geen spoor te vinden. We besloten dan maar om een stuk terug te wandelen en de vogels aan de vloedlijn te bekijken. Al snel vonden we hier twee rufous-chested dotterels tussen een mooie groep white-rumped sandpipers. Net als in Ushuaia waren ze reeds in overgangskleed wat ons deed besluiten dat ook onze andere doelsoort, de two-banded plover de broedplek reeds verlaten had. Er restte ons niet veel tijd meer en na ijverig zoeken vonden we uiteindelijk nog een groep van twaalf vogels langs de oevers, ook allemaal in winterkleed. Missie volbracht. In de haven zwommen enkele South American sea lions en South American fur seals rond. Tijdens de lunch verlieten we de Falklandeilanden en zetten we koers richting South Georgia. Na de middag noteerden we opnieuw black-browed albatrosses, southern giant-petrels, white-chinned petrels, enkele duizenden sooty shearwaters, brown skua’s, wilson’s storm-petrels en onze eerste gray-backed storm-petrels. Deze schaarse soort is bijna uitsluitend in de buurt van zeewier te vinden. Opnieuw eindigden we de dag met enkele commerson’s dolphins.

GPS 08:00 Positie: 51°41’S / 057°50’W. Weer: +10°C overtrokken en mistig. Zee Conditie: rustige golven. Wind: oost / noordoost.

Rufous-chested dotterel. © Julien Herremans

Scotia Zee richting South Georgia.

17 februari

Vandaag zou een iets wat teleurstellende dag worden, het bleef de ganse dag mistig met zichtbaarheid tot maximum vijfhonderd meter. Pas tegen de avond aan trok het even open met goed zicht tot de horizon, om dan weer even snel dicht te trekken. We noteerden een keer drie en keer twee king pinguins, een wandering albatross, slechts een handvol southern giant-petrels, een fairy- en een twintigtal Antarctic prions, een vijftiental white-chinned petrels, een paar Sooty shearwaters, een gray-backed storm-petrel, een 25-tal black-bellied storm-petrels, minstens twintig common diving-petrels en al een eerste zekere South Georgia diving-petrel. De soft-plumaged petrel was op ’t einde van de dag de algemeenste soort met meer dan zeventig exemplaren.

GPS 08:00 Positie: 52°19’S / 051°58’W. Weer: +5°C, mist. Zee Conditie: +/‐ 1.5m hoge golven.  Wind: 7 knopen, noord / noordwest.

Scotia Zee richting South Georgia (via Shag Rocks).

18 februari

Hetzelfde scenario als gisteren: mist die deze keer de ganse dag hardnekkig zou blijven. Erg jammer want deze en de vorige dag boden de beste kans op schaarse zeevogels zoals Atlantic- en gray petrels om er maar enkele te noemen. We zagen wederom een king pinguin, enkele black-browed albatrosses, een wandering albatross, onze eerste gray-headed albatros, nog slechtseen soft-plumaged petrel, een (te) korte waarneming van een Kerguelen petrel in het kielzog van de boot, een fairy- tussen de +150 Antarctic prions, white-chinned petrels, wilson’s storm-petrels, black-bellied storm-petrels, common diving-petrels en hoe dichter bij South Georgia hoe meer Antarctic fur seals. De Shag Rocks kregen we dus ook niet te zien maar de plotse aanwezigheid South Georgia shags verraadde wel dat we kort in de buurt waren.

GPS 08:00 Positie: 53°13’S / 044°22’W. Weer: +5°C, mist. Zee Conditie: +/‐ 1.5m hoge golven. Wind: 24 knopen, noord / noordwest.

White-throated caracara. © Julien Herremans

South Georgia (Salisbury Plain, Prion Island en Antarctic Bay).

19 februari

Reeds vroeg in de morgen waren we in South Georgia aangekomen. Het was regenachtig, nog steeds vrij mistig maar de zeecondities waren goed genoeg om aan land te gaan. Even later zaten we in de eerste zodiac en al snel werd duidelijk dat dit een bijzonder moment zou worden. Eens toegekomen op het strand werden we overweldigd door de talrijke aanwezigheid van king piguins. Salisbury Plain herbergt de tweede grootste kolonie ter wereld. Het strand stond twintig rijen dik zo ver het oog kon reiken en verderop waren de heuvels werkelijk vol met pinguïns bezaaid, FE-NO-ME-NAAL! Tussen de vele Antarctic fur seals zigzagden we ons een baan richting de kolonie. Aan de voet van de kolonie speelde zich een ander schouwspel af, enkele southern- en northern giant-petrels vochten als leeuwen met elkaar om ieder om beurt een stukje vlees te bemachtigen van een dode pinguïn. Af en toe kwam een brown skua zich moeien.

’s Middags voeren we richting Prion Island. Op zee pikten we enkele gentoo penguins, een vijftigtal macaroni penguins, zes gray-headed albatrosses, een twintigtal black-browed albatrosses,vijf light-mantled albatrosses, maar liefstzestien wandering albatrosses, beide giant-petrels, een Cape Petrel, antarctic prions, white-chinned petrels, een sooty shearwater, wilson’s storm-petrels, onze laatste gray-backed storm-petrel, black-bellied storm-petrels, common diving petrels, south georgia shags, brown skua’s, kelp gulls en vele Antarctic terns op. Aangekomen aan Prion Island was de wind iets toegenomen en vond de crew het te gevaarlijk om een landing te maken. Velen onder ons hadden een andere mening. Er werd besloten om door te varen naar Antarctic Bay waar we de nacht zouden doorbrengen in een rustigere zee. Behalve dezelfde vogelsoorten als deze voormiddag zagen we ook een southern right whale.

GPS positie: 54°03’S / 037°18’W. Weer: +5°C, mistig en regenachtig. Zee Conditie: hoge golving. Wind: west.

South Georgia (Fortuna Bay, Grytviken en Nordenskjöld Glacier).

20 februari

Reeds voor zonsopgang bevonden we ons terug ter hoogte van Prion Island maar al snel werd duidelijk dat het weer slechter was dan gisteren, een landing zou niet mogelijk worden. We maakten terug ommekeer en voeren verder westwaarts naar Fortuna Bay. Hier konden we wel aan land en noteerden we zeven South Georgia pintails, zeker meer dan tienduizend king pinguins, een vijfhonderdtal gentoo pinguins met daartusseneen chinstrap pinguin, southern- en northern giant-petrels, South Georgia shags, brown skua’s, kelp gulls en Antarctic terns. Ook hier lagen vele Antarctic fur seals over het strand verspreid met af en toe een southern elephant seal daartussenTerug op zee troffen we weer de klassieke soorten aan: macaroni penguins, gray-headed albatrosses, black-browed albatrosses, wandering albatrosses (twaalf), southern- en northern giant-petrels enz. Wederom werd een southern right whale gespot. Na de middag kwamen we in Grytviken toe maar ook hier moest de landing vanwege de hoge golving uitgesteld worden.

We voeren dan enkele kilometers verder richting de Nordenskjöld Glacier en noteerden hier de eerste twee snow petrels van de trip. De zee was hier veel rustiger en al snel zaten we in de zodiac voor een nieuwe landing. Kort na aankomst werden minstens tien South Georgia pintails geteld en kregen we een broedende light-mantled albatross op de steile wand tussen het helmgras in het vizier. Zodra het wat rustiger werd trokken we met een kleine groep de helling op en niet veel later stonden we oog in oog met de mooiste en elegantste der albatrossen, uniek. Een tweede koppel broedde enkele honderden meters verder en beide ouders kwamen regelmatig overvliegen. Ook vonden we enkele broedende southern giant-petrels met telkens een donzig kuiken. In tegenstelling tot de light-mantled albatross broedt deze op open grond, veel minder beschermd. Van de overige soorten onthielden we vooral de king penguins op het strand. Een soort waar we nooit genoeg van kregen.

GPS positie: 55°05’S / 036°46’W. Weer: +4°C, gedeeltelijk overtrokken, lichte regen. Zee Conditie: hoge golven met witte schuimkoppen. Wind: zuidwest.

South Georgia (Grytviken en Royal Bay).

21 februari 

De zee was opnieuw onrustig en we bleven rond Grytviken rondhangen in de hoop op snelle weersverandering. Buiten een southern right whale was er weinig spectaculairs te beleven. Na enige tijd wachten werd het dan toch rustig en kon er aan land gegaan worden. De wandeling naar Shackleton’s graf leverde mooie plaatjes van Antarctic fur seals, southern elephant seals en een South Georgia pintail op.

Volgende stop zou St. Andrews Bay worden, maar ook deze landing zou gecanceld worden vanwege te hoge golving. We voeren dus verder naar Royal Bay en zagen onderweg op zee een zeventigtal king penguins, enkele gentoo penguins, meer dan vijftig macaroni penguins, een gray-headed albatross, meer dan honderd blach-browed albatrosses, vier light-mantled albatrosses, vier wandering albatrosses, een detigtal northern giant-petrels en iets meer southern giant-petrels, waaronder één witte fase, ook wel ‘white nellie’ genoemd. Verder werd een eerste southern fulmar opgepikt en werd de lijst aangevuld met waarnemingen van twee Cape petrels, meer dan duizend Antarctic prions, meer dan vijfhonderd white-chinned petrels, meer dan driehonderd wilson’s storm-petrels, meer dan vijftig black-bellied storm-petrels en common diving-petrels, zeker twee South Georgia diving-petrels, een vijfitgtal South Georgia shags, een twintigtal brown skua’s, enkele kelp gulls, Antarctic terns en een humpback whale. Het weer was ons niet gunstig gezind en we zouden vandaag niet meer aan wal gaan.

GPS 08:00 Positie: 54°18’S / 036°26’W. Weer: +11°C, licht bewolkt. Zee Conditie: +/‐ 1.5m hoge golven met witte schuimkoppen. Wind: 30 knopen, noordoost.

Black-browed albatrosses op nest. © David Van den Schoor

South Georgia (Gold Harbour, Cooper Bay en Drygalski Fjord) en Scotia Zee richting het Antarctisch Schiereiland.

22 februari 

Het was een zeer woelige nacht geweest, met rukwinden tot zestig knopen. In Gold Harbour was het iets rustiger zodat we toch allemaal aan dek konden gaan en genieten van het spectaculaire landschap. Ook Cooper Bay en Drygalski Fjord stonden nog op het programma maar het was al snel duidelijk dat er op geen van deze plaatsen van boord kon gegaan worden. Jammer maar helaas, de natuur hebben we niet in handen. Waarnemingen deze voormiddag waren onder andere een honderdtal king penguins, een vijftigtal gentoo penguins, een tiental chinstrap penguins, zeker vijfhonderd macaroni penguins en vele wilson’s storm-petrels. We zouden er over de ganse dag meer dan duizend tellen!

Er restte ons dus niets anders dan South Georgia uit te wuiven en koers te zetten richting Antarctica. Nog maar net in volle zee gekomen zagen we een great shearwater, een soort die hier erg weinig opduikt. De volgende paar uren werden echt overweldigend, de zee vloog werkelijk vol vogels. We telden +5000 Antarctic prions en noteerden buiten de voornoemde pinguïnsoorten een 250-tal blach-browed albatrosses, achttien light-mantled albatrosses, drie southern royal albatrosses, een veertigtal wandering albatrosses, enkele northern giant-petrels, en vijftigtal southern giant-petrels (opnieuw 1 ‘white nellie’), meer dan twintig Cape petrels, een honderdtal white-chinned petrels, een 25-tal black-bellied storm-petrels, +250 common diving-petrels, een South Georgia diving-petrel, enkele South Georgia shags, en een tiental brown skua’s. Een ander hoogtepunt was een Kerguelen petrel die in de late namiddag vlakbij de boot kwam vliegen. Ook werden er nog minstens twee verschillende southern right whales opgepikt.

GPS 08:00 Positie: 54°47’S / 036°02’W. Weer: +7.5°C, overtrokken, regen. Zee Conditie: vrij rustig (in de Fjord), Wind: 28 knopen, noordwest.

Scotia Zee richting het Antarctisch Schiereiland.

23 februari

Vandaag werd een koude stormachtige dag. Meer mensen dan anders kwamen hun kajuit niet uit. De golfslag reikte soms tot de brug en met wind op kop was het enkel mogelijk om achteraan de boot post te vatten. Toch een beetje beschermd probeerden we zo comfortabel mogelijk plek in te nemen. De boot kantelde flink van links naar rechts maar we deden ons best en pikte drie gray-headed albatrosses, een twintigtal black-browed albatrosses, zes light-mantled albatrosses, een twintigtal southern giant-petrels, twee snow petrels, een 250-tal Antarctic prions, een honderdtal white-chinned petrels, enkele black-bellied storm-petrels, enkele common diving-petrels en twee brown skua’s op. Wederom werden Antarctic fur seals, een groep van ongeveer twintig hourglass dolphins, een minke whale, twee fin whales en een sei whale opgetekend.

GPS 08:00 Positie: 57°05’S / 039°12’W. Weer: 0°C, overtrokken. Zee Conditie: ruw, +/‐ 3m hoge golven. Wind: 28 knopen, zuidwest.

Scotia Zee richting het Antarctisch Schiereiland.

24 februari

Opnieuw koud maar helder weer vandaag en de zee zou het grootste deel van de dag rustiger worden. Met nog steeds wind uit zuidelijke richting was de beste plek opnieuw in het kielzog van de boot. Enkele gentoo penguins, een tiental chinstrap penguins, elf gray-headed albatrosses, meer dan dertig black-browed albatrosses, een te verre wandering- of royal albatross, een 35-tal southern giant-petrels, een honderdtal Cape Petrels, vijf snow petrels, een 200-tal Antarctic prions, zo’n honderd white-chinned petrels, een tiental wilson’s storm-petrels, zo’n vijftig black-bellied storm-petrels, drie brown skua’s, twee Antarctic Terns, Antarctic fur seal, hourglass dolphins en ten slotte een fin whale werden gespot. Halverwege de namiddag wakkerde de wind weer aan, door de wind op kop hadden we al veel tijd verloren en werd er wijselijk besloten om de South Orkney eilanden over te slaan. Landen had toch niet mogelijk geweest en echte targets waren daar voor ons niet te rapen. We passeerden meer en meer gigantische ijsschotsen waardoor we vooral ’s nachts erg traag konden doorvaren.

GPS positie: 59°17’S / 045°17’W. Weer: ‐3.5°C, gedeeltelijk overtrokken. Zee Conditie: vrij ruw, +/‐ 2m hoge golven. Wind: 22 knopen, zuid.

Antarctic fulmar. © Julien Herremans

Scotia- en Weddell Zee richting het Antarctisch Schiereiland.

25 februari

De wind bleef hardnekkig uit het zuiden blazen en de zee was net als gisteren erg onrustig. Met windstoten boven de vijftig knopen bleven we weinig vaart maken en het Antarctisch schiereiland zouden we vandaag niet halen. De dag begon met waarnemingen van hourglass dolphins en een fin whale van op de brug. Na het ontbijt trokken we terug naar onze vaste stek, hier noteerden we over de dag heen enkele gentoo- en chinstrap penguins, drie gray-headed albatrosses, zo’n twintig blach-browed albatrosses, drie light-mantled albatrosses, een vijftiental southern giant-petrels, meer dan tien southern fulmars, een 150-tal Cape petrels, een vijftigtal Antarctic prions, hetzelfde aantal white-chinned petrels, een twintigtal wilson’s storm-petrels, enkele black-bellied storm-petrels en twee brown skua’s.

GPS positie: 61°02’S / 050°47’W. Weer: +0.8°C, overtrokken en mistachtig, Zee Conditie: zeer ruw, +/‐ 3.5m hoge golven. Wind: 30 knopen, west.

Weddell Zee en aankomst aan het Antarctisch Schiereiland.

26 februari

De zichtbaarheid was erg slecht deze morgen. Het voorspelde weinig belovend te worden maar dit zou ons niet weerhouden om opnieuw de horizonten af te speuren. Vier gray-headed albatrosses, een dikke tien blach-browed albatrosses en southern giant-petrels, twee  southern fulmars, zo’n vijftig Cape Petrels, een tiental Antarctic prions, een vijftigtal wilson’s storm-petrels, twee black-bellied storm-petrels, de eerste twee south polar skua’s , een brown skua’s en twee adult winterkleed arctic terns waren onze beloning.

In de late namiddag, na bijna een volle dag vertraging te hebben opgelopen, bereikten we dan uiteindelijk Antarctica, oef! Gelukkig trok de hemel helemaal open, het zicht was fantastisch en in de verte zagen we zelfs het Argentijnse Esperanza en Petrel station liggen. Op het pakijs vonden we al snel verschillende adelie penguins, Antarctic Shags, south polar skua’s, kelp gulls, Antarctic fur seals en een enkele Weddell Seals. Langs de boot passeerden enkele southern giant-petrels, een dertigtal Cape petrels, een tiental snow Petrels, meer dan twintig wilson’s storm-petrels en Antarctic terns. Met enkele minke whales en opnieuw een fin whale sloten we de dag af.

GPS positie: 62°25’S / 055°26’W. Weer: +0.8°C, overtrokken en mistachtig, Zee Conditie: zeer ruw, +/‐ 3.5m hoge golven. Wind: 30 knopen, west.

ORCA’S!!! © Julien Herremans

Antarctisch Schiereiland (Rosamel Island, Paulet Island, Brown Bluff en Hope Bay).

27 februari

Heldere hemel, geweldige zichtbaarheid en een ruwe zee. Zo begon de dag en zo zou ze ook eindigen. Terwijl we ten zuiden van Rosamel Island rondjes maakten in afwachting voor Paulet Island trok de wind nog meer aan tot meer dan zestig knopen. Drie killer whales zwommen van ons weg. Tijdens het ontbijt probeerden we dichter te komen, maar de wind werd zo nog feller en een dichte ijsgordel maakte de doorweg onmogelijk. Er waren wel leuke waarnemingen van Antarctic fur seals, crabeater seals, weddell seals en minstens een leopard seal. Gedwongen moesten we rechtsomkeer maken richting Brown Bluff.

Onderweg kwamen we een grote groep killer whales tegen, deze zouden we zeker een half uur kunnen gadeslaan. Enkele kwamen zeer dicht bij en op foto’s achteraf konden we een zendertje op een van de dieren zijn rugvin vaststellen. Eens aangekomen in Brown Bluff hadden we nog steeds met hoge golfslag te maken. Landen lukte niet, maar we maakten wel een zodiac cruise tot vlak achter de branding. Behalve nog een minke whale, meer killer whales en vele seals telden we vandaag een 300-tal adelie penguins, een 500-tal gentoo penguins, meer dan vijftig southern giant-petrels, zo’n twintig southern fulmars, een 500-tal cape petrels, een 150-tal snow petrels, een honderdtal wilson’s storm-petrels, +150 Antarctic shags, de eerste twee snowy sheatbills, meer dan twintig south polar skua’s, een brown skua, zo’n dertig kelp gulls een een vijftigtal Antarctic terns.

GPS positie: 63°38’S / 056°00’W. Weer: +1.7°C, heldere hemel. Zee Conditie: gematigd. Wind: 40 knopen, west.

Antarctisch Schiereiland (Gourdin Island en Astrolabe Island) en de zuidelijke Shetland eilanden (Deception Island).

28 februari

De situatie rond Esperanza was niet verbeterd ten opzichte van de voorgaande dag. We voeren de Weddell Zee uit en zouden ons geluk beproeven op Gourdin Island maar helaas, ook hier hetzelfde scenario. Via de Bransfield Street trokken we verder zuidwest naar Astrolabe Island. Onderweg pikte we een veertigtal chinstrap penguins, meer dan dertig gray-headed albatrosses, zo’n twintig black-browed albatrosses en southern giant-petrels, zeker vijfhonderd southern fulmars, een dertigtal Cape Petrels, een honderdtal wilson’s storm-petrels, een black-bellied storm-petrel, meer dan vijftig Antarctic shags, een 35-tal south polar skua’s, enkele kelp gulls, Antarctic terns en redelijk veel humpback whales op. Opnieuw was landen niet mogelijk. Koers dan maar richting de zuidelijke Shetland eilanden.

In de late namiddag kwamen we in Deception Island toe en de zee was hier gelukkig veel rustiger waardoor we door de smalle ingang ‘Neptune’s Bellows’ naar binnen konden varen. Voor we binnen voeren zagen we nog een 3000-tal chinstrap penguins op de kliffen aan de buitenkant van het eiland staan. Acht south polar skua’s, meer dan honderd kelp gulls en een handvol Antarctic terns vervolledigden de lijst. We zouden hier overnachten en konden eindelijk nog eens van een rustige nacht zonder heen en weer gewiegel genieten, heerlijk!

GPS positie: 63°06’S / 057°24’W. Weer: 0°C, overtrokken. Zee Conditie: gematigd, +/‐ 2.5m hoge golven. Wind: 30 knopen, noordwest.

Zuidelijke Shetland eilanden (Deception Island en Half Moon Island).

1 maart

We waren reeds erg vroeg aan land, nog halfdonker en miezerig liep ieder een andere richting uit op zoek naar wat leuks. Op strand zaten een honderdtal gentoo penguins en kelp gulls verspreid. Drie snowy sheatbills hadden zich tussen de rotsblokken verscholen en south polar skua’s lieten zich op minder dan twee meter afstand bewonderen. In totaal hingen er meer dan 25 exemplaren rond. Over het water vlogen enkel southern giant-petrels, Cape petrels, wilson’s storm-petrels en Antarctic terns. Bij het buiten varen zagen we een nieuwe kolonie chinstrap penguins, een duizendtal vogels schatten we. In de Bransfield Street onderweg Half Moon Island noteerden we een tiental gray-headed- en black-browed albatrosses, meer southern giant-petrels waaronder opnieuw een witte fase, +200 Cape petrels, enkele wilson’s storm-petrels en zo’n vijftig Antarctic shags.

De zee zat hier letterlijk vol walvissen, we zagen gemakkelijk meer dan zestig humpback whales en noteerden ook een enkele fin whale. De timing was perfect, net na lunch waren we toegekomen en de zeecondities waren optimaal. Onze laatste zodiac landing verliep erg vlot en toegekomen stonden vele duizenden chinstrap penguins ons op te wachten naast de vijfhonderd gentoo’s. Twee routes werden door de crew uitgestippeld, beide werden bewandeld en deze leverden minstens dertig snowy sheatbills en vijftig south polar skuas op naast Antarctic shags, southern giant-petrels, Cape petrels, kelp gulls en Antarctic terns. Zeker ook de moeite waren de wilson’s storm-petrels die naast onze hoofden rondfladderden om dan op de rotsen te landen en na enige tijd te verdwijnen in hun nestholtes. Tussen de vele Antarctic fur seals lagen ook drie weddell seals welke zich goed lieten benaderen. Tevreden keerden we terug naar de boot en nog dezelfde namiddag werd afscheid genomen van Antarctica. We maakten ons op voor de terugweg via de beruchte Drake Passage.

GPS positie: 62°58’S / 060°35’W. Weer: +1.7°C, overtrokken. Zee Conditie: rustig. Wind: 12 knopen, west / noordwest.

Magellanic penguin. © Julien Herremans

Drake Passage.

2 maart

De nacht was woelig geweest maar ’s morgens was het vrij naar behoren. We waren inmiddels ook al wel een en ander gewoon geraakt. De dag kwam traag op gang. Regelmatig doken er nog antarctic fur seals en humpback whales op maar het aantal vogels zou onder de verwachtingen blijven. We noteerden slechts drie gray-headed albatrosses, vijf black-browed albatrosses, een light-mantled albatrosses, enkele southern giant-petrels, enkele Cape petrels, vier Antarctic prions, enkele wilson’s storm-petrels en twee common diving-petrels. Hopelijk morgen beter.

GPS positie: 60°22’S / 061°22’W. Weer: +1.4°C, gedeeltelijk overtrokken. Zee Conditie: gematigd, +/‐ 2.5m hoge golven. Wind: 25 knopen, west.

Drake Passage.

3 maart

Ook de laatste dag was het weer best goed en de gevoelstemperatuur was intussen veel aangenamer geworden. Het was geen constante aanvoer van zeevogels maar we werden wel op onze wenken bediend met vooral fantastische waarnemingen van alle vijf soorten albatrossen. Gedurende de ganse dag telden we vier gray-headed albatrosses, meer dan honderd black-browed albatrosses, een light-mantled albatrosses, meer dan dertig southern royal albatrosses, +25 wandering albatrosses, en enkele niet gedetermineerde ‘grote albatrossen’.Ook een 25-tal southern giant-petrels, enkele northern giant-petrels, een paar Cape Petrels, een slender-billed prion, meer dan honderd white-chinned petrels, acht great shearwaters, +300 sooty shearwaters en +100 wilson’s storm-petrels passeerden de revue. Nog een enkele humpback whale werd gespot maar hoogtepunt was zeker de groep long-finned pilot whales die achter de boot door zwommen. Met land in zicht en een glas Champagne sloten we de laatste avond af in de bar.

GPS positie: 57°09’S / 064°57.’W. Weer: +4°C, gedeeltelijk overtrokken. Zee Conditie: ruwe zee. Wind: 20 knopen, zuidwest.

Southern giant-petrel. © Julien Herremans

Ushuaia (omgeving hotel, stort en de Martial Glacier).

4 maart

We bereikten de Beagle Channel rond middernacht en voerden dan langzaam door onder begeleiding van de havenmeester zodat we voor zonsopgang reeds in de haven van Ushuaia waren aangedokt. We zouden in totaal 3429 zeemijl of 6350 kilometers afgelegd hebben. Na een laatste ontbijt op de boot scheepten we rond 9:00 uit. Per taxi reden we terug naar Hotel Tolkeyen voor onze twee laatste nachten. Aangekomen bleek er de afgelopen drie weken tijd toch wel wat veranderd te zijn. De toen zo algemeen aanwezige austral negrito’s waren allemaal verdwenen, ook van de southern lapwings en de Chilean swallows was geen spoor meer te verkennen. Ondanks het aangename weer die dag was de herfst hier duidelijk ingezet. Een groep van maar liefst 22 rufous-chested dotterels samen met twee bairds- en drie white-rumped sindpipers langs de vloedlijn bij het hotel waren duidelijk op trek naar warmere oorden.

Over de Beagle Channel vlogen enkele southern giant-petrels en Chilean skua’s en achter het hotel vonden we deze keer tussen de andere zangvogels een dark-bellied cinclodes en twee tufted tit-tyrants als nieuwe soorten. Opnieuw werd onze huurauto naar het hotel gebracht en begaven we ons naar het stort van Ushuaia. Onderweg pikte we onze enige ringed kingfisher voor de trip mee. Enkele turkey vultures, Chilean skua’s, een tiental southern caracaras, zeker vijftig chimango caracaras en duizenden kelp gulls verraadden dat we de goeie richting uitreden. Op het stort zelf duurde het niet lang alvorens we onze target te pakken kregen: de white-throated caracara. We zouden er in totaal vier zien. Verder vonden we hier maar liefst negen black-chested buzzard-eagles en house sparrows bleken hier opvallend talrijk te zijn. Na de middag trokken we de bergen in en bezochten we de Martial Glacier. Door de drukte kregen we niet veel vogels te zien maar we slaagden er toch in een om een groepje van zeven yellow-bridled finches te vinden. Het landschap en uitzicht waren wel mooi en Linda vond toch ook wat leuke plantjes. ’s Avonds hadden we nog een gezellige afspraak in ’t restaurant met onze Noorse vogelvrienden Kjell en Bård en een Australiër Mark waarmee ik de kajuit gedurende bijna drie weken gedeeld heb.  Enkele flessen wijn werden gekraakt. We zouden het echter niet te laat maken want voor onze laatste dag moesten we vroeg uit de veren.

GPS 08:00 positie: 54°48´S / 063°17´W. Weer: +7°C, miezerig.

Garibaldi Pass en Ushuaia (omgeving hotel).

5 maart

Gelukkig kon ik extra vroeg ontbijt regelen en de lunchboxen stonden reeds klaar zodat we op tijd richting de Garibaldi Pass konden vertrekken. Deze is een vijftigtal kilometer noordoost van Ushuaia gelegen langs de enige uitvalsweg naar Rio Grande. Het gebied zelf betreden bleek geen sinecure te zijn. Om de vallei te bereiken moesten we boven de boomgrens zien te geraken en wandelpaden zijn hier niet te vinden. Goed uitkijken en oriënteren waren voldoende om al bij al toch vrij eenvoudig onze weg te vinden. We hadden prachtig weer wat het allemaal ook iets gemakkelijker maakte. Onderweg botsten we op enkele yellow-billed teals, thorn-tailed rayadito’s, “chilean elaenia’s”, house wrens en rufous-collared sparrows. Ook een enkele turkey vulture vloog over.

Na ongeveer anderhalf uur stappen kwamen we op de juiste plek toe. Een koppeltje upland goose, vier black-faced ibises, enkele buff-winged cinclodes, meer dan twintig dark-faced ground-tyrants, zo’n tien black-chinned siskins en wederom een yellow-bridled finch werden hier gevonden. Een variable hawk vloog laag door de vallei. Linda had intussen een Andean condor gezien, op de terugweg zouden we er nog twee meer overvliegen. Altijd indrukwekkend. De afgelopen weken waren intens en zwaar geweest en er werd besloten om tijdig terug naar het hotel te keren. Een black-crowned night-heron was de laatste nieuwe soort die we nog aan de soortenlijst in Patagonië zouden toevoegen.

Vlucht Ushuaia – Buenos Aires, Buenos Aires (shuttle door de stad) en vlucht Buenos Aires – Parijs.

6 maart

Na een laatste rustig ontbijt kwam de taxi stipt toe en een kwartiertje later arriveerden we al in de luchthaven. Het was misschien wel een goed moment om te vertrekken. Die morgen waaide er een heuse storm over Ushuaia en het was niet eenvoudig om in dat weer deftig vogels te kijken, laat staan fotograferen. Ook hadden we goed getimed om in te checken want niet veel later kwam de grote menigte toe. Tijdens de tussenstop in Buenos Aires, straalde een heerlijk zonnetje. De tussenstop leverde ons trouwens nog enkele nieuwe soorten op zoals picazuro pigeons, eared doves, monk parkeets, chalk-browed mockingbirds en great kiskadees. Een viertal uren later vertrokken we dan voor alweer een lange trip naar Parijs. Iedereen werd veilig en wel thuis gebracht na een lijvige terugreis. Dit was het van een fantastische, onvergetelijke en adembenemende reis!

Een bijzonder woord van dank aan deelnemer Julien voor het schitterende beeldmateriaal!

Ondergetekend: David Van den Schoor

 

 

Alle beelden op onze website zijn eigen werk en gemaakt door onze deelnemers en gidsen. Wat je ziet geeft dus een realistisch beeld van wat jij zelf kan zien, beleven en fotograferen op onze reizen.