18 december 2015

Zeevogels en endemen: Madeira 2015!

Van 13 tot en met 21 augustus 2015 bezocht STARLING-gids Joachim Madeira, een subtropische eilandenarchipel in de Atlantische Oceaan, zo’n vijfhonderd kilometer ten westen van Marokko. Het eiland is gekend om enkele leuke endemen, met name de trocazduif, de tegenhanger van de laurierduif en de bolles laurierduif op de Canarische eilanden, en vele zeevogels. Ook werd recent de vuurgoudhaan tot soort gebombardeerd: Madeiragoudhaan vanaf nu. Dit wordt gecombineerd met enkele meer verspreide Macaronesische endemische soorten zoals de Madeiragierzwaluw, de berthelots pieper en de kanarie, die tevens op de Canarische eilanden voorkomen. Kortom, een plaats waar je ooit eens moet geraken.

Onderweg op Madeira. © Joachim Bertrands
Alle beelden op onze website zijn eigen werk en gemaakt door onze deelnemers en gidsen. Wat je ziet geeft dus een realistisch beeld van wat jij zelf kan zien, beleven en fotograferen op onze reizen.

Mekka voor zeevogels

Het eiland heeft naast deze zangvogels een enorm gevarieerde zeevogelsamenstelling: de kuhls-, de noordse- en de kleine pijlstormvogel broeden op of nabij Madeira. Hetzelfde geldt voor de bulwers stormvogel en het Madeirastormvogeltje. Wat Joachim echter het meest aansprak waren de twee Pterodroma’s die hier mogelijk zijn: de gon-gon, sinds kort gesplitst van de nominaat en nu desertasstormvogel genoemd, ende freira. Pterodroma’s zijn praktisch heel de zomer aan te treffen, maar omdat er eind september ook nog eens wat migrerende soorten bijkomen, besloot hij half augustus te prikken om hier een week voor te bereiden. Met name de grote pijlstormvogel passeert er dan binnen een nauwe periode.

Madeira stormvogeltje. © Jeroen Vanheuverswyn

De endemen op het land

De tocht begon te Ribeiro Frio. Dit hoger gelegen deel van het eiland bestaat volledig uit overgebleven laurierbos, dat ooit voorkwam in grote delen van Atlantisch Europa. Een makkelijke wandeling tot een uitkijkpunt over een prachtig dal beloonde met de Madeiragoudhaan, de Madeiravink (de lokale ondersoort van onze vink) en verschillende trocazduiven. Die dag stond Pico do Arieiro nog op het programma, een nabijgelegen bergtop waar de hoofdkolonie van de mythische freira te vinden is. Rond het weerstation stroomden nog enkele soorten binnen: de Madeiragierzwaluw, de berthelots pieper, de eerste kanaries en leuke dagvlinders zoals de Madeiraheivlinder, het Madeira bont zandoogje. Ook de Madeirahagedis werd gespot. Enkele uren later viel de nacht en met open mond stonden we te luisteren naar de roepende freira’s. Een angstaanjagende geluid dat de lokale bevolking doorheen de eeuwen deed denken aan het gekeel van de zusters die in de bergen woonden. Zij werden door Portugese kolonisten vermoord en vandaag de dag gelooft men nog steeds dat de roep van de freira (‘non’ in het Portugees) het geschreeuw is van de geesten die nog in de bergen ronddwalen. Een heel duister verhaal. Ondertussen zagen we enkele silhouetten van Pterodroma’s die rakelings langs scheerden.

De dag erop bezochten we Funchal, de grootste stad van Madeira, waar Atlantische geelpootmeeuwen en visdieven in de haven zaten. Geen dougalls stern te zien jammer genoeg. Hierop volgde Machico, gelegen in het oosten van het eiland, waar we de dag erna zouden deelnemen aan een pelagic met als voornaamste doel het zien van de tegenhanger van de freira: de gon-gon, tegenwoordig desertasstormvogel genoemd, aangezien het de soort is die enkel op de Desertaseilanden en Bugio broedt. Het werd een bijzonder productieve voormiddag met maar liefst zes exemplaren cirkelend rond de boot. Dit werd gecombineerd met adembenemende waarnemingen van de bulwers stormvogel, de kuhls pijlstormvogelIndische grienden en honderden tuimelaars.

Desertasstormvogel. © Jeroen Vanheuverswyn

Seawatch

Het tweede deel van de reis bestond voornamelijk uit seawatchen. We besloten naar de andere kant van het eiland te reizen. Porto Moniz is een stadje in het noordwesten van het eiland en misschien wel de meest spectaculaire zeetrektelpost van de Western Palearctic. In het verleden werden hier op de topdagen tot 9000 (!) grote pijlstormvogels geteld. Dwaalgasten zijn er eerder regel dan uitzondering, dus besloten we toch om ook enkele dagen te proeven van deze locatie. Naar lokale normen hadden we een beetje pech met praktisch windloze dagen, maar konden we toch in totaal 3491 kuhls pijlstormvogels, 186 bulwers stormvogels, twaalf grote pijlstormvogels, 34 noordse pijlstormvogels, drie adult zomerkleed kleinste jagers, twee kleine jagers en één grote jager noteren. Ook een groepje dolfijnen van cuvier alsook een bryde’s vinvis werden genoteerd. Een plek van extremen om zeker eens terug te keren.

Hierna reisden we terug af naar de hoofdstad om terug huiswaarts te keren. Toen we binnenstapten in de luchthaven bij de ondergaande zon keken we nog een allerlaatste keer naar zee. BLOW (spuitende fontein op zee). Het bleken twee bryde’s vinvissen te zijn die zich vlakbij de kust aan het voeden waren. Een prachtige laatste herinnering aan Madeira. Met een gelukzalig gevoel op het vliegtuig verdween het eiland als een tropische parel tussen de wolken.

Hagedis. © Joachim Bertrands