Weekend op maat met Natuurpunt Netebronnen in 2018: flirten met De Westhoek
Sinds het prille begin van STARLING, organiseert Natuurpunt Netebronnen één activiteit per jaar via ons. Meestal zijn het weekendjes op maat waar wij de logistiek en de inhoud van verzorgen. Hieronder vind je een sfeerverslag van ons weekend in 2018, geschreven door Jeanne Horemans.
Donderdag 10 mei: De Gulke Putten en het Radio Maritiem zendstation
We starten onze vierdaagse met een korte wandeling in Molsbroek nabij Lokeren, een uitgestrekte moerasvlakte van ongeveer tachtig hectare.
Een kolonie kokmeeuwen vliegt luid roepend over het gebied als we aankomen. We wandelen over de dijk en spotten krakeend, kuifeend, geoorde fuut, fuut, kleine mantelmeeuw, dodaars. We horen bosrietzanger, kleine karekiet, de roep van de koekoek en het ijsvogeltje.
Gele plomp en lis staan mooi in bloei. Ook zien we groot hoefblad, smeerwortel en veel vrouwelijke pluizen van de wilg.
Na de lunch hebben we onze afspraak met Billy, gids van STARLING, en rijden we verder naar de Gulke Putten in Wingene, Ruislede. De Gulke Putten was vroeger een deel van het uitgestrekte Bulskampveld. In 1923 werd hier een zendstation opgericht door RTT (Belgacom) Het zendstation en zijn masten verstuurde via de lange golf de eerste berichten naar Amerika. In 1928 kon men deze via korte golf ook in Belgisch Congo ontvangen. Omdat het aandeel van de mobiele maritieme diensten steeds groter werd droeg de RTT het domein over aan defensie. Om kortsluitingen en brand te vermijden moest de omgeving van de vier zendmasten open gehouden worden. Er werd gemaaid en gekapt, waardoor de heide bewaard bleef en ze daar een bijzonder gevarieerde fauna en flora kregen. In 2001 werd het gebied in beheer van Natuurpunt gegeven. Het zendstation is nu beschermd als industrieel archeologisch erfgoed.
Wij worden ontvangen door Eckhart Kuijken en Christine Verscheure. Billy kent ze al heel héél lang, van zijn negende ongeveer. Hij was bij hen op kamp voor beheerwerken in de Gulke Putten.
Door de aanwezigheid van het actieve zendstation is dit gebied maar gedeeltelijk toegankelijk. Wij krijgen een professionele uitleg over het beheer van dit gebied en bewonderen: liggende vleugeltjesbloem, brede en gevlekte orchis, heidekartelblad, een juweeltje: groene zandloopkever, blauwe en zeegroene zegge, tweenervige zegge waardoor dit gebied in het Life-project mocht, veelstengelige waterbies, bruine daguil: een overdag vliegende nachtvlinder, we horen nachtegaal en zien wespendief.
Bij een zelf gebrouwen fruitwijn nemen we afscheid van Eckhart en Christine en we rijden naar ons verblijf voor de volgende dagen. Hier worden we direct ontvangen door de bruine kiekendief en de spotvogel. Na het avondeten is er nog een avondexcursie naar de hooilanden achter de Blankaart. We horen wulp, regenwulp, kwartel en de top of the bill: de porseleinhoen. Helaas geen kwartelkoning!
Vrijdag 11 mei: Natuurschoon van Cap Blanc-Nez
Eerst pikken we Aäron Fabrice de Kisangani op, hij gaat ons straks gidsen op het strand. We stoppen aan Platier d’Oye en krijgen direct een mooie waarneming van braamsluiper, lepelaar, een jonge levendbarende hagedis en groengestipte kikker. We horen nachtegaal en regenwulp. In de kijkhut zien we dodaars, kemphaan, zwartkopmeeuw, muskusrat, dwergstern en visdiefje.
Onze tweede stop is Cap Blanc-Nez aan de Franse Opaalkust. Naast de mooie witte rotsen, aan het zonovergoten strand, nemen we eerst onze lunch en genieten ondertussen van duikende jan-van-Genten en een grijze zeehond. Daarna wandelen we even over het strand en observeren drieteenmeeuw en Noorse stormvogel.
Audresselles, vroegere Vlaamse naam Odersele, dichtbij Cap Gris-Nez, wordt onze volgende stop. Hier ontplooit Aäron zich tot een volleerde strandjutter. Bij elk diertje op het strand heeft hij wel een verhaal te vertellen. Bijvoorbeeld van de purperslak maakten de Romeinen purperinkt om hun waardevolle gewaden te verven. Of de krabben: vrouwtjes hebben een groot achterlijf (onderbroek), mannetjes een smal, spits, driehoekig achterlijf, in de vorm van een vuurtoren (een tangaslipje). Hij toont de schaalhoorn, die zijn weg graast met zijn rasptong of radula door onder andere kleine darmwier, de zeepier met zijn typisch gevormde zandtorentjes (uitwerpselen), zeesla, koraalwier, een roggeneikapsel, ei en worm van de groene dieseltreinworm, eitjes van de pijlinktvis en als topper vond Jef een levende hondshaai, die zich door het getij heeft laten verrassen. Hij wordt door ons allen geaaid en daarna vrijgelaten in zee.
’s Avonds rijden sommigen nog naar Ieper voor de “Last Post” en een drinkstop in ‘t Saske, waar Jef Sas zich in zijn sas voelt met zijn pot Sasbier.
Zaterdag 12 mei De zilte zeelucht in duinen en pannen
Heel, heel vroeg (4 uur) staan we op. Billy heeft voor ons de fluisterboot van de Blankaart besteld. De Blankaart is gelegen op de rechteroever van de IJzer en heeft zijn naam niet gestolen: het gebied staat regelmatig ‘blank’. Het ligt op het laagste punt van de IJzerbroeken op amper 2,6 meter boven de zeespiegel. De grote vijver is in de zestiende eeuw ontstaan als gevolg van intensieve veenwinning.
We laveren met de boot door de rietkragen. Door de golfslag en de wind enerzijds, en de plantengroei anderzijds, vertoont de oever een schilderachtige afwisseling van uitsprongen en inhammen. Op deze drie uur durende tocht genieten we van een mooie zonsopgang, de vroege zang van kleine karekiet, cetti’s zanger, snor, sprinkhaanzanger en rietzanger. We zien slobeend, kuifeend, bosruiter en groenpootruiter, grutto en rosse grutto, steltkluut, kievit, waterral, bruine kiekendief hoog in de boom en als topwaarneming baltsende kemphanen.
Na het ontbijt rijden we naar De Westhoek, het oudste natuurreservaat van Vlaanderen. Van de brede duinengordel die in de Middeleeuwen de volle lengte overspande, zijn slechts fragmenten bewaard, in het Westhoekreservaat zien we ze in hun vroegere grandeur – meer dan drie vierkante kilometer kale zandheuvels, duinbosjes, struweel en vochtige pannen, nog steeds in beweging.
Wij starten aan het vissersdorp en lopen recht het gebied in. Langs het pad staan akelei, gele morgenster. Op het mooiste uitkijkpunt van het gebied hebben we een prachtig uitzicht op de golvende duinen. We stappen onder de warme zon door de ‘Sahara’, de centrale stuif- of wandelduin. De zandmassa die niet door planten gefixeerd is, schuift ieder jaar een paar meter naar het zuidoosten op: hier vinden we ook zanddoddegras. We stappen verder door een poortje naar een plaats waar konikpaarden ingezet worden om het duin open te houden. Het struweel in de pannen is bijna ondoordringbaar en daarom interessant voor nachtegaal, grasmus, zwartkop en kneu. Aan de rand prijken duinroosje, duinviooltje en zandraket waarvan we proefden. Via een volgend hek, versperd door de konikpaarden, verlaten we de begrazingszone en nemen het grenspad. We komen nu aan een vochtige en rijkelijk begroeide plaats met keverorchis en bokkenorchis, horen we daar orpheusspotvogel? Helaas!
Juist voor het strand bestijgen we de zeereep, een smalle en steile rij van jongere duinen begroeid met kegelsilene, helm en zeewolfsmelk. We nemen onze picknick en via het brede schelpenstrand keren we terug naar onze startplaats.
Achter Koksijde zetten we de busjes aan de kant en maken nog een korte wandeling in de Schipgatduinen. Hier zien we hondsviooltje en misschien wel de laatste drie kuifleeuweriken van Vlaanderen. Ook een sperwer, hopelijk laat die de kuifleeuwerik met rust. Met een lekker ijsje sluiten we de namiddag af.
Zondag 13 mei: Nog één van de mooiste natuurreservaten: de IJzermonding
Deze morgen staan we op met regen. Maar geen probleem, volgens Billy goed weer voor steltlopers, midden in de trek komen die aan wal om energie op te doen.
Bij de IJzermonding mengt het zoete IJzerwater zich met het zilte zeewater. Hierdoor krijgen we een unieke rijkdom aan flora en fauna. Door de getijdenwerking heeft zich een slikken- en schorrengebied gevormd de ideale voedingsbodem voor wormen, slakken, wieren, schelpdiertjes en kreeftachtigen. De waadvogels komen hier zeker aan hun voedsel. Wij spotten zilverplevier, bontbekplevier, visdiefjes, kanoetstrandloper, krombekstrandloper in winterkledij, rosse grutto, grote mantelmeeuw en de mooie steenlopers.
Op slikken en schorren treft men speciale planten aan. Slijkgras en zeekraal zetten zich vast op het slik. Iets hoger vindt men zoutmelde, zeeweegbree en aster en lamsoor. Tijdens de picknick krijgen we van Eddy een deskundige uitleg over ooievaarsbek met lange en korte haartjes, en reigersbek met grotere vruchten.
Na de picknick wandelen we verder langs de IJzermonding en zien rietgors, boerenzwaluw en oeverzwaluw, en een holenduif samen met zomertortel, Turkse tortel, houtduif en stadsduif hebben we alle duifjes van België gehad.
Dit jaar was niet zozeer het aantal soorten belangrijk, maar meer de gebieden met deskundige begeleiding. Bedankt Billy en tot volgend jaar in Bulgarije!
Jeanne