28 oktober 2016

Vogelreis op maat naar IJsland 2016: een reisverslag

Een groep vrienden reisde in juni 2016 af naar IJsland. STARLING verzorgde de trip, stuurde topfotograaf Yves Adams mee als gids en bezorgde de vriendengroep een onvergetelijke natuurreis waar de spectaculaire waarnemingen vanaf dag één binnengekopt werden. Yves zelf bezorgde ons achteraf een reisverslag om van te watertanden. 

© Johan Verbanck
Alle beelden op onze website zijn eigen werk en gemaakt door onze deelnemers en gidsen. Wat je ziet geeft dus een realistisch beeld van wat jij zelf kan zien, beleven en fotograferen op onze reizen.

11 juni: poolvos geeft het startschot

Al meteen na aankomst in Reykjavik gaan we in natuurreismodus. Tijdens de rit via de westkust naar het noorden maken we immers een zorgvuldig uitgekiende, kleine omweg, waardoor we een poolvos waarnemen. Behoorlijk spectaculair, gezien deze eilandvorm vrij zeldzaam is op IJsland en zich slechts zelden laat zien.

Tijdens de rit maken we kennis met de eindeloze grindwegen en lange zomerdagen van IJsland. Na een lange rit, bereiken we eindelijk het Snaefellsnes schiereiland en ons hotel waar we een eerste heerlijk avondmaal nuttigen.

© Johan Verbanck

12 juni: franjepoten en klaprozen

We zijn vroeg uit de veren en verkennen de omgeving rond ons hotel. Een enorme groep noordse stormvogels blijkt in het gezelschap van grote burgemeesters te foerageren op het visafval in de haven, vlakbij een visfabriek. Het weer is druilerig en grijs. We wisten toen echter nog niet wat de weergoden de komende dagen voor ons in petto zouden hebben. Nog voor het ontbijt wandelen we even in de haven, waar enkele grote burgemeesters uitgebreid poseren voor onze fotolenzen, en verkennen we de kleine piramidevormige berg Kirkjufell.

Na het ontbijt zetten we koers naar Stykkishólmur, rijdend door het bizarre landschap van prachtige lavavelden. Van hieruit gaat het richting Flatey, een van de mooiste en meest afgelegen eilandjes voor de kust van IJsland, en een waar zeevogelparadijs. Na een boottocht van anderhalf uur doorheen het fjord Breiðafjörður, met waarneming van een ijsduiker in zomerkleed, bereiken we uiteindelijk Flatey.

We worden onmiddellijk verwelkomd door alarmerend geweld van de lokale broedvogels: noordse sterns, tureluurs, een watersnip, een grauwe franjepoot, een eider en een koperwiek. De enige grauwe gans lijkt het eiland voor zichzelf op te eisen. De fotografen onder ons raken al snel achterop omdat ze niet weten wat eerst vast te leggen. De rest van de groep belandt uiteindelijk in het plaatselijke restaurantje waar ze heerlijke mossels en biertjes serveren, een echt feestmaal.

Wanneer de groep terug herenigd is, besluiten we om dé doelsoort van het eiland te zoeken: de rosse franjepoot. Deze steltloper is bij ons iets algemener dan de grauwe franjepoot, maar in zomerkleed zie je ze slechts hoogst uitzonderlijk. Ze broeden ook veel noordelijker dan hun grauwe neefjes en zijn in de broedgebieden altijd schaarser. Geen eenvoudige soort dus, en al zeker hier. In de vogelgids staat hij zelfs met vraagteken afgebeeld op de verspreidingskaart van IJsland.

Tijdens onze wandeling worden we letterlijk voor de voeten gelopen door tureluurs en watersnippen. Ze maken er onze zoektocht niet makkelijker op. We besluiten dan maar om de zuidwesthoek van het eiland onder de loep te nemen. Dit blijkt een goed idee: bij aankomst zit er al meteen een mannetje te poseren voor de lens van Johan.

Even later komt er nog een ander koppeltje rosse franjepoot het solitaire mannetje vergezellen. Van een succes gesproken. Na de rosse franjepoten houden we ons bezig met het fotograferen van baltsende watersnippen. Het blijkt helemaal geen sinecure om die in vlucht te fotograferen. Verder verkennen we de zuidkant van het eiland en splitsen op. Een dode kleine burgemeester herinnert aan de barre winter die tal van arctische soorten naar IJsland drijft. Uiteindelijk belanden we opnieuw in ons restaurantje voor een verfrissende pint.

Het is ineens erg mooi weer geworden en dat zal niet snel meer veranderen. Wanneer het tijd is om de ferry terug te nemen, drinken we ons biertje leeg en wandelen we richting haven. We zeggen vaarwel aan de broedende koperwiek in de aanhangwagen en struikelen hierbij haast over de grauwe franjepoten op de weg. We nemen nog een groepsfoto met een stralende zon op de achtergrond. Op de terugweg kijken we zonder succes uit naar een zeearend wanneer we tal van eilandjes passeren.

Onze boot meert aan in het kleine haventje van Brjánslækur. Hier staat het minibusje ons op te wachten voor een avondlijke rit langs de vele baaien en fjorden van de Westfjords. Het prachtige avondlicht geeft ons de kans arctische klaprozen te fotograferen, een uniek zicht. We proberen nog een broedende tapuit te vinden, maar kunnen onze honger niet meer de baas en gaan terug naar het hotel voor een deugddoend avondmaal. Terug opgekikkerd trekken we nog even naar de kliffen van Látrabjarg om ons te amuseren met de papegaaiduikers bij zonsondergang. Het belooft een prachtige nacht te worden. Wat een ervaring.

Papegaaiduiker nabij het nest. © Johan Verbanck

13 juni: een prachtige dag en magische nacht

Gezien we gisteren de papegaaiduikers vanuit alle mogelijke hoeken en kanten gefotografeerd hebben, brengen we vandaag een bezoek aan het eilandje Vigur nabij Ísafjörður. Een lange rit rond en over de fjorden brengt ons uiteindelijk bij de boot. We hebben nog net de tijd om een heerlijk artisanaal broodje met zalm te eten in een lokale, oude bakkerij, waarna we richting Vigur varen. De zon schijnt rustig en het weer is ronduit schitterend wanneer we de diepe fjorden oversteken tijdens de overtocht. De aandachtstrekkers op Vigur zijn broedende zwarte zeekoeteneiders en vele andere vogels, maar ook de authentieke windmolen, de enige in z’n soort op geheel IJsland.

Een korte koffiepauze met gebak later krijgen we een rondleiding in de Eiderdonsfabriek. Hier komen we heel wat te weten over het oogsten van de Eiderdons, maar ook de geschiedenis over het vangen en eten van papegaaiduikers.Wat later zitten we buiten zonnende zeehondjes te observeren en zien we eindelijk onze eerste zeearend overflappen. Heerlijk. Uiteindelijk keren we terug naar Ísafjörður waar we eerst nog een terrasje doen en later prachtige roodkeelduikers en harlekijneenden fotograferen. Het voorgerecht eten we rustig op het terras, maar bij het arriveren van de hoofdschotel krijgen we wat haast. De zon trekt snel weg achter de hoge bergen en we hebben nog een lange terugtocht voor de boeg die heel wat langer blijkt te zijn dan we aanvankelijk denken.

Onderweg houden we nog stops bij roodkeelduikers en een gigantisch veld bloeiende ‘nootka lupins‘, blauwe lupines dus. Het nachtlicht wordt echter magischer en de stops frequenter. We moeten onszelf uiteindelijk beloven dat we niet meer gaan stoppen en gewoon zullen doorrijden, want het begint nu echt laat te worden. Al moeten we toch een uitzondering maken bij het machtige Dynjandi, Europa’s krachtigste waterval.

In laatste rechte lijn naar ons hotel kijkt iedereen erg uit naar een goede nachtrust. Plots steken alpensneeuwhoenen daar echter een stokje voor. Uit het niets staan ze ineens midden op de weg, midden in hun territorium. Ze laten zich van gewillig fotograferen onder de warme gloed van ondergaande zon. We voelen ons erg klein in de eindeloze, stille toendra waar enkel het gekakel van deze toendrakippen weerklinkt. Wat een dag én nacht.

Bij aankomst in het hotel is de zon alweer aan het stijgen, de noordelijke zomer laat er geen gras over groeien.

© Johan Verbanck

14 juni: ijseenden, drakenrots en langoustines

Met lichte tegenzin stappen we vandaag terug in de wagen. Het zal de langste rit van de reis worden, maar gelukkig is IJsland bloedmooi en valt er onderweg heel wat te zien. We rijden dit keer langs Breiðafjörður terug naar de ringweg in plaats van de ferry langs Flatey te nemen. We houden een korte, obligate stop bij de IJslandse pony’s alvorens we lunchen in een sober hotel waar we de lokale specialiteiten uittesten. Een meertje op de open toendra heeft enkele ijseenden in petto. Het zomerkleed verschilt van het winterkleed en heeft tal van bruine tinten.

Vervolgens bezoeken we de drakenrots Hvítserkur. Deze gigantische rots doet wat denken aan een prehistorisch monster en kenmerkt het woeste, IJslandse landschap. In een klein restaurantje in de buurt ontmoeten we een meute Vlaamse mobilhomers. Net als ons smullen ze van de lekkere vissoep en langoustines. We komen vrij laat in ons hotel aan waar we snel in slaap vallen na een vermoeiende dag.

© Johan Verbanck

15 juni: giervalken, IJslandse brilduiker en walvissen

’s Morgens bewonderen we een uitbundig bloeiend veld arctische klaprozen. Dat deze bloemen veel bekijks hebben is duidelijk, zelfs een dame uit Florida staat er hier foto’s van te maken. Onderweg naar Akureyri rijden we door prachtige landschappen: mooie fjordendalen, blijkbaar de ideale plek om te fietsen, maar ook mooie landschappen met blauwe boerderijen, open schapenwolkjes, bloeiende veenpluis en lupines, scherpe bergpieken op de achtergrond. Perfect voor landschapsfotografie.

In Akureyri hebben we lunch onder, alweer, een stralende zon. We bezoeken later de Goðafoss waterval, best impressionant. Al is de Aldeyarfoss waterval met z’n mooie basaltzuilen nog intrigerender. Hier spotten we een giervalk met jong, wauw. Onderweg naar Skjálfandafljót komen we de eerste IJslandse brilduiker tegen. Deze soort stond hoog op het verlanglijstje van de groep en laat zich nu ook eindelijk zien.

Omdat er vandaag een walvistocht op het programma staat, hebben we geen tijd voor uitgebreid en hoogstaand tafelen: het worden snelle fish & chips in Húsavík. Deze baai staat bekend om z’n hoge succesratio wat betreft het zien van walvissen. En inderdaad, na enkele spectaculaire waarnemingen van verschillende bultruggen, mooi springende witsnuitdolfijnen en enkele dwergvinvissen keren we met een brede glimlach terug naar wal. We merken dat het weer wat begint te veranderen. Tijd om naar bed te gaan dus. De volgende twee nachten zullen we op de Vogafjós boerderij aan het meer van Mývatn slapen.

Bultrug. © Johan Verbanck

16 juni: fotografisch hoogtepunt

We zien tijdens het opstaan dat het weer nog meevalt en ontbijten dan ook buiten aan de koeienstal. Hierna gaat het richting Mývatn. We zien vanop de oevers dat het een waar paradijs is voor vogels. De fotografische omstandigheden zijn hier ideaal en we kunnen dan ook prachtplaten te schieten van de grauwe franjepoottopperIJslandse brilduikerkuifduikerskrakeendsmientkuifeendIJslandse brilduikermiddelste zaagbek, etc. De eerste zweetdruppels vallen bij het zien van deze hoge diversiteit aan eendensoorten.

De Laxá rivier blijkt wat tegen te vallen: geen IJslandse Brilduikers of harlekijneenden hier. Nochthans is dit de plek bij uitstek om ze te zien. Geen idee waarom ze het dit keer laten afweten.

Aan het Dimmuborgir lavaveld lunchen we en trekken we er daarna op uit om IJslandse brilduikers en ijsduikers te vinden. Met succes, waarna we terug naar de Vogafjós boerderij afzakken om te dineren. De avondexcursie brengt ons naar vulkaan Hverfjall waar we uitvoerig het lokale lavaveld en berkenbos verkennen.

© Johan Verbanck

17 juni: zwaveldampen, regenbogen en muziek

17 juni, de nationale feestdag van IJsland. Na een vroegmorgenexcursie bij Dimmuborgir doen we ons tegoed aan het ontbijt te Vogafjós en verplaatsen we ons door het Námafjall solfatarenveld vol dampende zwavelgaten. De geur is minder, het ruikt er namelijk naar zwavel, wat aan rotte eieren doet denken. We verplaatsen ons verder doorheen het magische, open landschap en belanden zo voor een lunchstop in Egilsstaðir. Een overdekt terras zorgt er hier voor dat we het erg warm krijgen, het is bijna bakken zoals op een strand aan de Middellandse Zee.

We zijn de hitte snel beu en trekken naar de vuurtoren op de Strembitangi-kaap in Fáskrúðsfjörður. Noordse stormvogels en jan-van-genten hebben het hier goed naar hun zin. Op het nabijgelegen Skruddur-eiland zien we een witte waas van broedende jan-van-genten, die dan ook nog eens uitgebreid hun behoefte doen op de rotsen. In de baai van Breiðdalsvík krijgen we een prachtige regenboog cadeau voor we naar ons hotel gaan. We sluiten de avond af met een zalig openluchtoptreden van Teitur Magnùsson en Prins Póló met ondergaande zon.

© Johan Verbanck

18 juni: brute natuur in een prachtige setting

Vandaag staat een rit langsheen de zuidoostkust van IJsland op het programma. We passeren een mooie groep rendieren en daarna een poolvos die op het strand op zoek is naar prooi. We slalommen vervolgens een beetje op de weg om vogels te fotograferen die gebruik maken van de paaltjes om te baltsen: een watersnip, een regenwulp, etc. Rond Hvalnes spotten we een grote groep eiders en zwarte zee-eenden, met daartussen enkele harlekijneenden.

In het passeren pikken we in het hotel waar we vanavond slapen een lunchpakket op en drinken er een koffie om vervolgens door te rijden naar onze bestemming voor deze namiddag: het eiland Ingólfshöfði. We komen mooi op tijd aan om de tractorkar op te springen die ons over het wad naar het eiland zal brengen. Een kleine klim in het mulle stuifzand brengt ons vervolgens bovenop het eiland tussen de grote jagers en de papegaaiduikers, beiden in grote aantallen aanwezig. Een leuke babbel later brengt boerendochter Martha ons met haar tractor terug naar de vertrekplaats.

Na een koffie/pintjespauze is het hoog tijd om het gletsjermeer te bewonderen. Meteen bij aankomst aan Jökulsárlón worden we verwelkomd door een mooi groepje harlekijneenden tussen de ijsblokken. Wat een verrassing. Ook de sneeuwgorzen komen van erg dichtbij inspecteren wat we nu net tussen die blokken aan het doen zijn. Na een sessie aan het gletsjermeer gaan we het zwarte strand op om de aangespoelde ijsblokken in de branding te fotograferen. Ook grote jagers zijn hier aanwezig en vragen de nodige aandacht. Zeker wanneer er eentje arriveert uit zee en terugkeert met een mooie buit: een grote makreel die hij amper kan dragen. Vlak voor onze ogen wordt de vis verorberd. Wat een brute natuur en setting.

We vinden dat dit een mooi einde van de dag was en dat we een avondmaal verdienen. We keren dus terug naar ons met Duitsers overladen hotel Smyrlabjörg, vol opgezette vogels en een eierverzameling. Hier verorberen we het heerlijke avondmaal tot we (bijna) neervallen van vermoeidheid.

Adulte grote jager strekt de vleugels. © Johan Verbanck

19 juni: guur weer trotseren en een halve koe verorberen

In de vroege ochtend gluren we enkele keren of het weer geschikt blijkt voor een vroegmorgentocht. Helaas blijkt het uiterst stabiel: aanhoudend grijs met regen. Hetzelfde weer domineert wanneer we op weg zijn naar het westen, via de zuidkust: druilerige regen. Een korte stop aan de andere kant van Jökulsárlón zorgt opnieuw voor een indrukwekkend zicht. De blauwe kleuren zijn nu extra intens en een mooi groepje eidereenden dobbert rond bij de ijsblokken terwijl natgeregende sneeuwgorzen uit volle borst blijven zingen. Ook aan Fjallsárlón, het gletsjermeer verderop, houden we een korte stop. Plots lijken de grijze wolken op te trekken en staan we in de zon. Deze weersomslag lokt de koperwieken van alle  kanten uit de lupines: een mooie foto-onderwerp in een originele setting.

De Svínafellsjökull-gletjser even verderop vraagt ook om de nodige foto’s. De bus Japanse toeristen die daar toevallig arriveert, blijkt meer geïnteresseerd in de vreemde fotografiehouding en de grote lens van Johan dan in de gletsjer. Lunchen doen we in een wegrestaurantje waar we tevens de nieuwste trends spotten in de IJslandse mutsenmode. Vervolgens rijden we door richting de gletsjerrivieren die de vlakte van Skeiðarársandur doorspekken. Erg mooi is het zien van de verschillen tussen rivieren met of zonder sedimenten. Na de rivierenvlakte volgen de prachtige bemoste lavavelden van Eldhraun. Ze zorgen voor een zalig zachte wandelondergrond of zelfs een heerlijk ligbed.

Het regent nu weer en na een koffiestop trekken we richting strand voor een deugddoende wandeling waarbij we wind en regen, trotseren. Mooie golven slaan metershoog in op het strand aan Reynisdrangar. Heftig weertje. Gewaarschuwd trekken we toch hogerop op het schiereiland van Dyrhólaey, maar de papegaaiduikers blijken niet aanwezig. We geven ze geen ongelijk, want zelfs voor ons is het amper mogelijk om te blijven rechtstaan. Sfeervol en uniek, dat wel.

Onderweg naar het hotel bezoeken we nog de mooie Skogafoss-waterval. De lauwe ontvangst in ons hotel viel wat tegen, maar dat werd nog diezelfde avond gecompenseerd door de ontvangst in het Old Cow Restaurant, waar de boerendochters ons een halve koe serveren. ‘s Nachts blijven we gelukkig gespaard van losse rotsblokken boven ons hotel.

Een oud scheepswrak te Flatey. © Johan Verbanck

20 juni: een been in Europa, het andere in Amerika

Onze laatste volledige dag op IJsland. Zoals verwacht worden de locaties dichterbij Reykjavik ook gaandeweg drukker. Daarom willen we nog een laatste keer eenzaam uitwaaien op een verlaten strand. De perfecte plek daarvoor blijkt Landeyjasandur, met zicht op de Heimaey-eilandengroep, in een setting van grijstinten. Het strand was na ons bezoek alweer wat properder gemaakt trouwens. Vervolgens is het tijd voor enkele IJslandklassiekers: de Seljalandsfoss waterval, Strokkur geiser en de Gullfos gletsjer met Europa’s grootste waterval.

We eindigen onze prachtige natuurreis aan het Thingvellir-meer, waar we nog erg mooi een IJsduiker in zomerkleed kunnen bewonderen. Bij de Midden-Atlantische breuklijn staan we nog even geografisch met een been in Amerika en het ander in Europa. Na dit unieke moment trekken we naar ons hotel in Reykjavik. Voor ons laatste avondmaal trekken we naar het centrum van Reykjavik, waar we in restaurant Paris een zalige avond beleven.

Viooltjes komen tevoorschijn tussen afgesleten lavastenen. © Johan Verbanck

20 juni: één been in Europa, het andere in Amerika

Onze laatste volledige dag op IJsland. Zoals verwacht worden de locaties dichterbij Reykjavik ook gaandeweg drukker. Daarom willen we nog een laatste keer eenzaam uitwaaien op een verlaten strand. De perfecte plek daarvoor blijkt Landeyjasandur, met zicht op de Heimaey-eilandengroep, in een setting van grijstinten. Het strand was na ons bezoek alweer wat properder gemaakt trouwens. Vervolgens is het tijd voor enkele IJslandklassiekers: de Seljalandsfoss waterval, Strokkur geiser en de Gullfos gletsjer met Europa’s grootste waterval.

We eindigen onze prachtige natuurreis aan het Thingvellir-meer, waar we nog erg mooi een ijsduiker in zomerkleed kunnen bewonderen. Bij de Midden-Atlantische breuklijn staan we nog even geografisch met één been in Amerika en het ander in Europa. Na dit unieke moment trekken we naar ons hotel in Reykjavik.

Voor ons laatste avondmaal trekken we naar het centrum van Reykjavik, waar we in restaurant Paris een zalige avond beleven.

21 juni: met slaapoogjes naar Brussels Airport

‘Sleep is for the weak’ is een gekende uitdrukking. Met slechts twee uurtjes achter de kiezen vertrekken we om 3u30 ’s morgens naar de luchthaven, er worden namelijk vertragingen verwacht vanwege stakingen. Onze huurwagen afleveren blijkt iets langer te duren dan verwacht, wat gelukkig niks uitmaakt aangezien we ruim op tijd aanwezig zijn.

We nemen met pijn in het hart afscheid van het prachtige IJsland. De aankomst in Zaventem en het zicht op ons vertrouwde, verstedelijkte landschap is na deze fantastische natuurtrip extra hard.

Een koppeltje kuifduikers in zomerkleed. © Johan Verbanck