Vogelreis naar Bulgarije 2022: overweldigende vogeltrek
De vogelwerkgroep van Natuurpunt ’s Heerenbosch liet STARLING een vogelreis uitstippelen aan de Bulgaarse kust met aandacht voor de jaarlijkse vogeltrek langs de ‘Black Sea Flyway’, de tweede grootste trekroute van Europa. Een zeer geslaagde reis zo blijkt uit het reisverslag van deelnemer Luc Bruggeman.
Ons programma in een notendop: we starten in Varna aan de noordkust en bezoeken van hieruit de uitgestrekte steppegebieden, duinen en meren in de regio Dobroudzha, met o.a. Kaap Kaliakra, de Bolata-kloof, het Shaba en Durankulak-meer. In het tweede deel van de reis verkennen we de zuidkust: Bourgas en omgeving met zijn meren, moerassen en trektelposten, o.a. het Bourgas-, Atanasovsko- en Mandrensko-meer, het Podo-reservaat, Pomorie en een trektelpost ten oosten van het Atanasovsko- meer.
We hebben er zin in!
We verzamelen ’s morgens op de luchthaven in Zaventem. Iedereen is goed op tijd en goed geluimd. We vliegen naar Varna, de belangrijkste havenstad van het land en de derde grootste stad van Bulgarije. Onze lokale gids Dimitri pikt ons op in de luchthaven. Met ons busje rijden we naar het familiehotel Venera in Kavarna, een kleine 100 km naar het oosten, met zicht op de Zwarte Zee.
Na een kwartiertje rijden stoppen we even om de Bulgaarse lucht af te speuren. Een groepje bijeneters vliegt al meteen boven onze hoofden. Je hoort ze van ver met hun karakteristieke vluchtroep, een rollend en fluitend “pruuu, pruuu”. Een dwergarend en twee schreeuwarenden passeren de revue. Het zullen niet de laatste zijn. We stappen terug in de bus, net op tijd vóór een korte, maar hevige plensbui losbarst.
Vóór we dineren in het hotel, turen we vanop ons balkon over de Zwarte Zee. We noteren de geelpootmeeuw (zeg maar de lokale zilvermeeuw) en veel gierzwaluwen, vale – en Alpengierzwaluwen op trek. Ook veel boeren-, huis-, oever– en roodstuitzwaluwen. Het is zacht buiten. Het is gestopt met regenen. Wellicht de reden waarom we ’s avonds nog kunnen genieten van een korte trekgolf.
Een uitgeregende grauwe klauwier op een elektriciteitskabel houdt ons in de gaten. Op het dak van een nabijgelegen hotel foerageren meerdere witte kwikstaarten en een citroenkwikstaart. De klok op de iPhone wijst iets over 19 uur. Op de vraag: “Is ‘t eten bijna gereed?” wordt bevestigend geantwoord.
De heldendaad van Kaliakra
We starten vroeg. Dit zal een constante zijn de volgende dagen. Onze eerste ochtendwaarneming, de bonte kraai, wordt geregistreerd op Observation.org.
De Kaap Kaliakra, een 70 meter hoge smalle en 2 km lange landtong in de Zwarte Zee, is een trekpleister, niet alleen voor vogels, maar ook voor mensen.
De plek ademt ruim tweeduizend jaar geschiedenis met o.a. het historische verhaal over de veertig mooiste lokale meisjes waaronder de moedige Kaliakra en de Ottomaanse soldaten:
De veertig meisjes, wier dorpen in de buurt van de zee werden overvallen door de Ottomanen waren de mooiste jonge vrouwen in de omgeving. De Ottomaanse soldaten wilden ze voor zichzelf houden. Ze lieten de vrouwen achter in een grot bij de kaap en gingen naar buiten om een vuur aan te steken en het voedsel te bereiden. De Ottomanen wisten dat de gevangenen niet konden ontsnappen van de kaap. Een van de meisjes, de dappere Kaliakra, wist de andere meisjes te overtuigen om met haar in zee te springen. Omdat sommigen bang waren om te sterven, stelde ze voor dat ze allemaal hun haren aan elkaar zouden vlechten en springen terwijl ze elkaars handen zouden vasthouden zodat niemand zich zou bedenken. Bij zonsopgang van de volgende dag verschenen de veertig vrouwen hand in hand met hun witte gewaden in de wind. De Ottomanen konden nauwelijks bewegen, laat staan achter de vrouwen aan rennen en voorkomen dat ze sprongen. De kaap werd toen vernoemd naar de dappere Kaliakra, die erin slaagde de waardigheid van de Bulgaarse meisjes onaangeroerd te houden, en ze onsterfelijk te maken. Vandaag de dag staat er een obelisk genaamd “De poort van 40 Maidens”, ter nagedachtenis aan deze heldendaad.
Vogels alom
Een snuifje cultuur is mooi meegenomen, maar wij bezoeken de kaap om vooral vogels te spotten. Onze gids Miguel moedigt ons aan om de roep van boompiepers (een langgerekt, rauw, hoog “spihz”) beter te leren kennen. Ze vliegen immers met veel en vrij laag over. Een schreeuwarend vliegt wat hoger over. Toch snel een foto nemen, want hij vliegt niet té hoog. We weten dat hij een lichtere voorvleugel heeft (bij de bastaardarend is dat net omgekeerd) en er zijn nog wel wat verschillen tussen deze twee gelijkende roofvogels zoals de dunne dubbele komma dicht bij de vleugelpunt. Maar die dubbele komma is niet altijd aanwezig. Wanneer we achteraf de foto bekijken, ook al is die van matige kwaliteit merken we dat de dubbele komma bij dit exemplaar toch zichtbaar is. Een foto blijkt nogal eens handig te zijn bij determinatie.
Beneden in de branding rust een kolonie aalscholvers op de rotsen. Als we dichterbij kijken, zien we dat er vrij veel kuifaalscholvers tussen zitten (dunnere bek en hogere, rondere kop). Een kleine jager scheert over het water en verdwijnt achter een klif. Wanneer we de kaap verlaten, komt een juveniele kleine vliegenvanger ons gezelschap houden.
Op naar de Bolata-kloof
We rijden een beetje verder noordwaarts naar de Bolata-kloof. We wandelen door deze mooie kloof met roodkleurige rotsen en noteren meteen twee bruine kiekendieven. Een waterral laat zijn varkensachtig geschreeuw horen. Een cetti’s zanger blijft ons volgen. De slangenarend en zwarte ooievaar vliegen boven ons en verdwijnen boven de heuvelkam.
Bij het verlaten van de kloof spotten we nog de koekoek en de hop. Achteraf bekeken hadden we vooraleer terug te keren naar de bus nog een slordige 300 meter richting Zwarte Zee kunnen lopen naar de feeërieke Bolata-baai, niet om vogels te spotten maar wel om even het exotische strand te bewonderen.
Les in openlucht
We zetten koers naar de laatste bestemming vandaag: het Shabla-meer en zijn kleine broertje het Schablenska-Tusla-meer. Ten zuiden van het Shabla-meer zien we de schreeuw– en visarend, een beetje later ook de toren-, boom– en roodpootvalk. We rijden echter niet naar de boorden van het ‘grote’ Shabla-meer, maar draaien direct rechts naar het Schablenska-Tusla-meer, feitelijk een ondiepe lagune. Hier zouden veel meer steltlopertjes zitten.
Inderdaad. Op dit kleine plasje foerageren heel wat strandlopers, plevieren en ruiters. Niet makkelijk om alle vogels op deze plas te determineren. Er zitten een paar soorten bij die we weinig of zelden zien bij ons. Een woordje uitleg van onze gids komt van pas. Bij de meeuwen zit een pontische meeuw. “Deze heeft een platte kop, een dunne bek en de kop is precies een beetje ingetrokken”. Bij de strandlopers loopt ook de temmincks strandloper. “Kijk naar de poten” is de tip hier. Deze soort heeft geen zwarte poten net zoals de paarse strandloper, terwijl dat wel het geval is bij de bonte-, drieteen– krombek– en kleine strandloper.
Bij de ruiters foerageren ook poelruiters. Een soort die we bij ons ook al niet zien. Ze trekken door Oost-Europa naar hun overwinteringsgebied in het zuiden. Voor ondergetekende is de poelruiter een première, een van de tien soorten op deze reis. Belangrijk kenmerk: een naald-dunne snavel.
Chef-kok Piet Huysentruyt zou zeggen: “Wat hebben we vandaag hheleerd (geleerd)”? Veel!
Volop getuige van een indrukwekkende vogeltrek
Vandaag trekken we naar het noorden op een spreekwoordelijke steenworp van de Roemeense grens. Onderweg spotten we de zomertortel, grauwe gors en het paapje. We laten het grote Durankulak- meer ten oosten van ons liggen en rijden door tot voorbij het hoger gelegen kleine Baltata-meer en parkeren op Camping Cosmos aan de kust. Waar hebben we die naam nog gehoord?
Op de parking spotten we de grauwe klauwier, zomertortel, scharrelaar en Spaanse mus.
We wandelen langs de kust van de Zwarte Zee. In het water zit een parelduiker en een dwergaalscholver. Langs de kustlijn lopen zeventien drieteenstrandlopers en drie kleine strandlopers. De kievit en vijftien roeken foerageren ook ter plaatse.
Maar de meeste vogels zien we in de lucht, niet abnormaal met zoveel vogeltrek, waaronder veel roofvogels zoals de schreeuw-, zee- en slangenarend (met een slang in de poten), de bruine en grauwe kiekendief, wespendief, buizerd en arendbuizerd. Maar ook zwarte ooievaars (38 stuks), een honderdtal roze pelikanen, één kroeskoppelikaan (vliegt vaak in zeer kleine groepjes). Bij terugkeer wacht een grauwe vliegenvanger ons op.
In de namiddag bezoeken we diverse steppegebieden langs de kustweg tussen de kaap en Shabla. Vanwege de vele stenen is dit gebied niet in cultuur gebracht. Een lokale schapenherder let op zijn kudde schapen. Niettegenstaande het schitterende weer met helderblauwe lucht is de man goed ingeduffeld. In de steppes aan de kust kan het immers vrij hard waaien.
Een tweede bezoek zeker waard
Onze laatste dag in het noorden. De gidsen beslissen om de interessante locaties van eergisteren nog eens opnieuw te bezoeken. Voor het ontbijt rijden we nog naar de krijtrotsen nabij Baltsjik. Een locatie waar regelmatig de oehoe wordt gezien. En inderdaad, na wat speurwerk kunnen we hem zien zitten.
Op de terugweg naar het hotel in Kavarna spotten we nog de roodpootvalk en in de tuin naast het hotel schuilt de zwarte roodstaart.
Na het ontbijt bezoeken we opnieuw de Kaap Kaliakra. Eergisteren hadden we geen kiekendieven gespot op de kaap. Vandaag mogen we de vier soorten bewonderen: bruine, blauwe, grauwe en ook de steppekiekendief vliegen over onze hoofden. Deze laatste is zeker een topper. Ook nog vermeldenswaard is de grote stern en vooral de gewone bruinvissen die beneden in de zee regelmatig uit het water duiken.
In de namiddag vatten we terug post aan het Shablenska-Tusla meertje. Ook hier zullen we soorten zien die we twee dagen terug niet hebben waargenomen zoals de vorkstaartplevier die bij ons in Noordwest-Europa als dwaalgast wordt gecatalogeerd. Ook de witwang– en lachsternen zijn elegante verschijningen. Bij de zangvogels vermelden we nog graag de citroenkwikstaart die zich mooi laat bewonderen vooraan in de lagune.
Een goede keuze dus om deze locaties nog eens terug te bezoeken. Temeer daar we diezelfde namiddag nog een kleine stop op 1 km van het hotel hadden gemaakt en in het veld op een paartje copulerende Europese bidsprinkhanen waren gestoten.
Spechten in alle maten en kleuren
We verlaten ons hotel in Kavarna en rijden naar de zuidkust met onderweg enkele stops in bossen waar we op zoek gaan naar de grijskopspecht en de rouwmees. Ten noorden van Varna nabij Albena bij het beschermde natuurgebied Batova, genoemd naar de gelijknamige rivier, spotten we de boomleeuwerik, buizerd, gele kwikstaart, de alom aanwezige grauwe klauwier en het paapje.
De volgende stop is een bos aan de kust in het dorpje Novo Oryahovo , een kleine 40 km ten zuiden van Varna. Hier maken we een mooie wandeling in een open strook midden in het bos op zoek naar spechten. We spotten de groene specht, middelste bonte specht, boomklever en jawel, ook de grijskopspecht is van de partij! Onze lokale gids heeft zijn huiswerk gemaakt. De grijskopspecht vliegt enkele keren heen en weer boven onze hoofden van het ene deel van het bos naar het andere. Telkens wanneer hij in een boom landt, is het even zoeken om hem in de lens van de telescoop te krijgen. Maar het lukt en iedereen in de groep heeft deze specht goed kunnen bewonderen. Hij trekt goed op onze groene specht maar heeft zoals de naam aangeeft een grijze kop.
Na de middag rijden we naar de Dyulinski pas, een bergpas van 440 m hoog, een locatie waar vogelspotters regelmatig trektellen. De soort die we in grote getale zien overvliegen, is zonder concurrentie de roze pelikaan: groepen van honderdvijftig en vijfhonderd stuks (en eentje van 57).
Op zoek naar de rouwmees
De volgende stop bevindt zich een tiental km ten zuiden van de pas. Het is een rotsachtig terrein met bomen en struiken, een mooie biotoop voor de rouwmees. Het wordt een beetje zoeken want er zitten natuurlijk meerdere mezen. Onze gids herkent echter het roepje van de rouwmees en ziet ze zitten. Nu ze nog te zien krijgen… Uiteindelijk lukt het nog vrij goed. Eens we ze hebben gespot, kunnen we ze van dichtbij bestuderen. Een donkere kopkap die vrij diep komt (dieper dan bij de mat- en glanskop) en een zeer grote bef. Er zitten in dit ruige gebied nog andere vogels: de braamsluiper, boomkruiper en raaf. Door het focussen op de rouwmees hebben de meesten van ons niet gehoord dat er ook een kruisbek, appelvink en vooral cirlgors in de buurt zit of is overgevlogen. Spijtig, maar dat gebeurt wel meer bij het vogelspotten dat je bepaalde soorten mist.
We zetten koers naar ons hotel in Bourgas. Onderweg spotten we nog een roodkopklauwier in een struik langs de weg en een steenuiltje boven op de rode dakpannen van een huis.
Roofvogelshow in Bourgas
In Bourgas (vierde stad van Bulgarije met 200.000 inwoners) trekken we ’s morgens vroeg direct naar een van de betere trektelposten ten oosten van het Atanasovsko-meer. We hebben aandacht voor zowel de vogels in de nabije zoutpannen als de trekvogels in de lucht. Vandaag zien we voor het eerst de dwergaalscholver. Maar het zijn toch vooral de duizenden roofvogels op trek die de show stelen. De meeste arenden schroeven gezamenlijk op, gebruikmakend van de thermiek, om zich dan op grote hoogte te laten afdrijven verder zuidwaarts in een sliert van soms 1 km lang. Indrukwekkend! Maar toch zou later blijken dat dit nog geen echte topdag is. Het lijstje van vogelsoorten oogt deze voormiddag in ieder geval meer dan fraai.
Op de trektelstand is het ’s morgens vrij koud. Wij staan hier in een ‘godvergeten’ gat en wie komen we tegen? Vlaamse collega’s van een vogelwerkgroep van een naburige Natuurpunt-afdeling. De wereld is klein.
Rond de middag vertrekken we naar het iets verder gelegen Pomorie-zoutmeer ten oosten van Bourgas. We staan tussen het meer en de Zwarte Zee op een smalle landtong naast het zoutmuseum. Op het meer spotten we de grote stern op een houten paaltje, de fuut, bos- en poelruiter, kemphaan, en voor het eerste op deze reis ook de tureluur, steenloper en regenwulp.
Onze volgende bestemming is het Mandrensko-meer ten zuiden van Bourgas. Opnieuw meerdere nieuwe soorten: het witgatje, de witoogeend maar ook algemene soorten die we nog niet hadden gezien zoals de wilde eend, wintertaling, dodaars, meerkoet en waterhoen. Op en aan de plas zit o.a. ook nog de kemphaan, tureluur, groenpootruiter, kleine plevier, reuzenstern, witvleugel– en witwangstern. Onze eerste dag in Bourgas was rijkgevuld.
Verder het binnenland in
We verlaten de kuststreek en trekken iets dieper het binnenland in. Volgens de lokale gids hebben we, rekening houdend met de windrichting vandaag, meer kans op vogeltrek iets verder van de kust. We installeren ons op een heuveltje een goede 10 km ten noorden van Bourgas in de omgeving van het dorpje Laka. Het zijn opnieuw de klassieke soorten die we zien overvliegen, soms iets lager dan aan de kust. We spotten o.a de. kroeskoppelikaan, zwarte ooievaar, vale gierzwaluw, roodkeelpieper, veel leeuweriken, o.a. een groepje van veertig kalanderleeuweriken en uitzonderlijk één aasgier. Het aantal roofvogels is opnieuw indrukwekkend met nu ook een steppearend. Rond de middag tellen we een groep van 113 schreeuwarenden.
Van op onze heuvel zien we speciaal vervoer passeren. Wellicht Roma die zich verplaatsen met paard en kar. Op bepaalde (grotere) wegen staan trouwens verbodstekens met een afbeelding van paard en kar. De wegen in Bulgarije zijn vrij goed mede door financiële steun vanuit de Europese Unie.
Tijd om iets te eten. We hebben deze morgen een lunchpakket meegekregen. Ons broodje is nogal sober belegd. De Bulgaarse keuken valt alles bij elkaar wel mee: veel groenten (vooral komkommer) en relatief weinig vlees. Fruit is overvloedig aanwezig en de Bulgaarse wijn drinkt ook lekker weg. Deze avond bij onze warme maaltijd ontkurken we zeker een flesje.
In het rijk van de arendbuizerd
We rijden verder het binnenland in richting Sliven. Zo’n 50 km ten westen van Bourgas nabij het dorpje Karnobat trekken we de steppe in. Onderweg passeren we een uitgebreid groenten- en fruitkraam en slaan we een proviand lekker fruit op.
In deze stepperegio broedt de arendbuizerd. In de verte zien we een exemplaar op uitkijk zitten in een dorre boom.
Tijdens onze korte wandeling zien we meerdere exemplaren in de lucht cirkelen. De kleuren zijn prachtig in de zon. Dit exemplaar is een adulte vogel (wellicht lichte kleurvorm) met de kenmerkende donkere polsvlekken. De geelbruine tot roestbruine kleur op de voorvleugel is een straling voor het oog.
Nog voor we een foto van deze cirkelende arendbuizend hebben genomen, zit er reeds een keizerarend in de lucht. We zullen er uiteindelijk drie zien. Gelukkig zweeft de eerste nog niet te hoog in de lucht en nemen we vlug ons fototoestel, maar tegen dat we de vogel opnieuw in beeld hebben, zit deze kolos met een spanwijdte van 175 tot 205 cm al vrij hoog.
Ook op de grond is er beweging. Een tapuit komt tevoorschijn van achter een glooiing in het reliëf en een zoogdier snelt weg in een holte in de grond. Helaas te snel om het te kunnen determineren. Tijd om terug te keren naar het hotel.
Een absolute topdag!
We keren terug naar de trektelpost van eergisteren ten oosten van het Atanasovsko-meer. Het wordt vandaag een topdag met maar liefst 105 soorten! Te veel om op te sommen. We pikken er een paar uit. Op het meer spotten we o.a. de zwarte ruiter, tureluur, kemphaan, kluut, bergeend, roze – en kroeskoppelikaan, flamingo, kleine zilverreiger en dunbekmeeuw.
De vogeltrek komt stilaan op gang. Er passeren wespendieven, zwarte ooievaars (een groepje van 57 en 85 stuks), slechtvalk, bastaardarend, schreeuwarend en slangenarend. Iets over de middag wordt het nog beter met een keizerarend en een vale gier. De vogels schroeven steeds hoger op. Een bel van ongeveer vijfhonderd arenden, voornamelijk schreeuwarenden, glijdt nu in een sliert van 1 km lang naar het zuiden.
Ons broodje hebben we ondertussen achter de kiezen geslagen. Tijd voor een kleine wandeling. Met een paar mensen verkennen we het kleine ruigtegebied naast de telpost op zoek naar de sperwergrasmus die daags voordien is gespot. We zien een paar mezen en een tjiftjaf. Een beetje verder duikt een vogel weg, die ons ook te snel af is om hem goed te kunnen determineren. Hij zag er alleszins niet uit als een sperwergrasmus, het was wellicht een tjiftjaf.
Naderhand bij het bekijken van onze vogelgids valt onze euro dat een jonge sperwergrasmus er anders uitziet dan een adulte vogel met zijn kenmerkende heldergele iris. Misschien was het dan toch een sperwergrasmus? Het zou mooi geweest zijn, want het is een vogelsoort die de meesten nog niet hebben gespot. We registreren hem niet. Dat zal misschien voor een volgende reis zijn.
Inmiddels is het 16 uur. We verlaten de telpost en rijden naar het Poda-reservaat ten zuiden van Bourgas. Vanop het brugje tussen het Mandrensko-meer en de Zwarte Zee spotten we nog de krakeend, tafeleend, dodaars en visarend. Aan de ijzeren toegangspoort van het bezoekerscentrum komt de gerant ons tegen. Te laat, het centrum sluit om 17 uur. Uitkijken over het water vanop het platform boven het centrum is er niet meer bij.
Op naar de laatste locatie een paar km zuidwaarts bij de inham van het Mandrensko-meer, een interessante plek aan het water met veel rietkragen. We noteren hier nog een paar aantrekkelijke en nieuwe waarnemingen: de ralreiger, waterral, ijsvogel, bosruiter, zomertaling, staartmees, blauwborst en vooral een schaarse zwartkoprietzanger die onze gids tussen het riet heeft ontdekt. Aan de hoger gelegen bosrand zitten twee zeearenden hoog in een boom op de uitkijk. Een mooi einde voor deze dag.
Jammer genoeg zit de reis er op
Onze laatste dag. We keren terug via het Bourgas- en Atanasovsko-meer. Duizenden roze pelikanen zitten samen op het water te vissen. We stoppen nog een laatste keer langs het Atanasovsko-meer, deze keer langs de westzijde en bezoeken een klein reservaat palend aan het meer. Aan de ingang lezen we ‘Bourgas Salinas Protected Site is part of Atanasovsko Lake protected Area and it is included in European ecological network Natura 2000’. We maken er een korte wandeling en worden uitgezwaaid door drie wespendieven.
Ons busje komt zo. We zetten koers naar Varna waar ons de vlucht naar huis wacht.
Het is mooi geweest!