










































Met de trein naar de Camargue in 2024: zorgeloos genieten van unieke natuur
Op een treinrit van een vijftal uurtjes verwijderd van ons Belgenlandje kom je terecht in een heus paradijs dat zich tot één van de meest vogelrijke gebieden van Europa mag rekenen. Ik heb het natuurlijk over de Camargue. Bekend van de vele duizenden flamingo’s en roze zoutpannen, maar nog zo veel meer dan dat. Waan je eventjes onder een prille lentezon tussen de mooiste zuiderse soorten en laat je inspireren door dit beeldverslag van onze reis naar de Camargue van 2024.
Na een ontspannende heenreis op een rechtstreekse trein van Brussel naar Avignon konden we onze koffers in de wagen hijsen en koers zetten richting Saintes-Maries-de-la-Mer in het hartje van de Camargue. Vanuit de auto zagen we alvast de eerste flamingo’s, steltkluten en zwarte ibissen wat de eersten van vele zouden blijken. Onder begeleiding van een heerlijk avondmaal stoomden we ons klaar voor een heerlijke week vogels kijken en stippelden we de wandeling van de volgende dag alvast uit.
De volgende dag ontwaakten we meteen met vuurwerk, zonder luide knallen maar wel met kleurrijke spatten in de vorm van een roodkopklauwier en een hop in de tuin! Aan de overkant van ons hotelletje kruisten we op onze eerste wandeling een heuse draaihals, twee groepjes baardmannetjes, een nachtegaal en een overvliegende alpengierzwaluw. Dat smaakte naar meer! We trokken naar de kust en wandelden langs de zoutpannen oostwaarts. Tussen de honderden bonte strandlopers troffen we groepjes kleine strandlopers aan, we vonden twee dunbekmeeuwen en zagen heel wat strandplevieren. Voor onze voeten stoof een kwartel weg en ook hier zaten verschillende roodkopklauwieren parmantig bovenop struikjes. Een smelleken scheerde pijlsnel langs ons heen. In de avond genoten we van de ondergaande zon met honderden flamingo’s en een overvliegende kwak als figuranten.

Op dag twee van onze reis reden we naar de noordwestkant van het gebied in de omgeving van het meer van Scamandre. In deze zoetwatermoerassen vind je weer een heel ander soortenpalet met enkele heel bijzondere uitschieters. De ochtend begon meteen goed met krooneenden in prachtkleed en een reuzenstern die zich heel mooi in de telescoop liet bekijken. Een buidelmees toonde zich kort boven op een rietstengel en ook hier vonden we een groep baardmannetjes. In de sloot langs het pad zagen we een Europese moerasschildpad tussen de takken door van het zonnetje genieten. Op de plek waar we eerder de reuzenstern zagen, liet wat later een ralreiger zich van zijn beste kant zien, met een dwergarend patrouillerend door het hemelsblauwe luchtruim. In de bramen langs het pad zochten en vonden we verschillende Mediterrane boomkikkers. Reken daar nog zomertaling, witwangsterns en zowel ringslang als adderringslang bij, en we konden bij alweer een prachtige zonsondergang terugblikken op een rijkelijk gevulde dag!

Na een nachtje soezen met af en toe het geluid van overvliegende steltkluten en flamingo’s die je dromenwereld binnendringen vanuit het luchtruim boven onze kamers, was het weer tijd voor een mooie dag. Dit keer verkenden we de oostkant van de Camargue waar we bij onze eerste stop verblijd werden door zuidelijke pijpbloemvlinders en prachtig bloeiende spinnenorchissen langs de weg. We baanden ons een weg richting de schorren en werden er getrakteerd op verschillende brilgrasmussen. We zagen ook nog enkele dunbekmeeuwen langs vliegen en vonden in de bosjes rond de Phare de la Gacholle twee westelijke baardgrasmussen. Grauwe gorzen lieten vrolijk hun rinkelende liedje weerklinken over de kwelders. We waren op tijd terug voor een avondwandeling bij het hotel en oogstten maar liefst 12 reuzensterns en 39 lachsterns die zich klaarstoomden om de nacht in te gaan. Spectaculair!
De dag nadien verlieten we voor het ochtendgloren het hotel en reden we recht naar de vlakte van de Crau. In dit stepperelict komen soorten voor die elders in Frankrijk verdwenen zijn, maar hier nog welig tieren. Dé hoofdvogel liet zich jammer genoeg niet zien, namelijk het witbuikzandhoen, maar dat werd ruimschoots goedgemaakt door luid kwetterende kalanderleeuweriken en kortteenleeuweriken, enkele kleine torenvalken, een mannetje kleine trap, maar liefst 7 grielen en Iberische klapeksters! We mogen het paartje hoppen die zich prachtig lieten bekijken en een kloeke parelhagedis ook zeker niet vergeten vermelden. We beproefden ons geluk verder in het heerlijk mediterrane landschap van de Alpillen, en konden al snel met de hele groep een hoog in de blauwe lucht paraderende havikarend door de telescoop bekijken. Ook een eskadron vale gieren gleden hier door het luchtruim, terwijl in het struikgewas overal de zang van Provençaalse grasmussen en kleine zwartkoppen weerklonk. In het historische stadje Les Baux-de-Provence prijkte een blauwe rotslijster bovenop één van de gebouwen en buitelden 2 raven langs de burcht heen. Alpengierzwaluwen en rotszwaluwen broeden in de nissen van de gebouwen en gaven een vliegshow van jewelste weg. Laat in de avond zagen we hoe de nacht het van de dag overnam terwijl een groep van minstens 250 oeverzwaluwen zich als een groep spreeuwen verzamelde om te gaan slapen.

Een nieuwe dag deed ons weer in een vers vat vol verrassingen vallen, dat we dit keer opzochten in het legendarische natuurgebiedje Parc Ornithologique du Pont de Gau. Nog voor die uitstap echter, tijdens een korte ochtendwandeling, konden we ons al verblijden met een purperkoet en een open en bloot zingende zwartkoprietzanger! In Pont de Gau werden we meteen overvallen, niet door een bende kiekjesdieven maar door een onwaarschijnlijke rijkdom aan vogels die je hier vanaf de eerste rij kan aanschouwen. Broedende koereigers, kleine zilverreigers, kwakken, blauwe reigers en zwarte ibissen maken het helemaal bont, en terwijl we hier tussen duizenden flamingo’s laveerden die maar wat graag hun luide getrompetter te berde brengen, zagen we ook uitschieters zoals purperkoeten en een overvliegende vorkstaartplevier! Tussen de oevervegetatie vond één van de deelnemers een westelijke hagedisslang die zich erg mooi liet bekijken. In de namiddag bezochten we nog een gebiedje in de noordkant van de regio alwaar we twee jagende slangenarenden onderschepten en honderden zwarte ibissen in v-formatie zagen langstrekken.
Net zoals vogels vliegt ook de tijd en voor we het wisten waren we alweer aan onze laatste dag toegekomen. Tijdens onze allerlaatste ochtendwandeling wisten we nog twee haastig wegrennende everzwijnen, een mooi zingende zwartkoprietzanger en een purperkoet te versieren, met als afsluiter twee fier poserende reuzensterns die het einde van onze reis inluidden. We trokken een laatste keer de deur van ons hotelletje achter ons dicht, genoten vanuit de wagen nog van de indrukwekkende landschappen, zegden de laatste flamingo’s vaarwel en vlogen gezwind op onze trein richting onze thuishaven. We blikten samen gezellig terug op een heerlijke reis met onvergetelijke waarnemingen, prachtig weer en bovenal een fijne groep zonder wie deze reis maar half zo geslaagd was geweest!
