03 maart 2018

Start to photo: haarscherp wildlife fotograferen!

Vandaag is het World Wildlife Day! Krijg je van het idee alleen al goesting om met je camera in de aanslag op safari te trekken? Dan wakkeren we die graag nog wat aan met deze gouden tips van onze beslagen STARLING-gids Rudi Debruyne. “Probeer altijd te zoeken naar dat ietsje meer: een zonnestraal die door de wolken breekt, een blesbok die het plots op een lopen zet, zacht tegenlicht dat je foto bijna zwart-wit maakt … Geduld is het codewoord.”

©Rudi Debruyne
Door in tegenlicht te fotograferen lijkt dit bijna een zwart-witfoto van een zwarte ibis. ©Rudi Debruyne

TIP 1: Loop of rij niet constant achter de dieren aan

Want vaak loop je dan achter de feiten aan. Wees rustig en geduldig, zodat je de dieren niet opjaagt. Kies een strategisch plekje uit en wacht daar op je beurt. Rudi: “Stel je bijvoorbeeld op bij een waterpoel waar de dieren op hun gemak komen drinken.”

TIP 2: Volg één dier met je lens

Meestal zijn wilde dieren in groep. Observeer ze tot je een dier ziet dat zich anders gedraagt dan de rest. Hou dit in beeld en heb geduld. Probeer in je foto dat ene dier te isoleren. Rudi: “Vaak maken mensen met hun telelens foto’s waarop één dier centraal in beeld is en de rest van het beeld gevuld is met voor- en achterlijven van andere dieren. Mooi is dat meestal niet. Je kan beter wachten tot één gazelle iets anders doet dan de andere – bijvoorbeeld de andere kant uit kijkt – en dan op dat dier focussen. Op de foto trekt nét dat dier de aandacht en is je foto sprekender. Voor foto’s van de hele kudde haal je trouwens beter je breedhoek- of standaardlens boven.”

©Rudi Debruyne
Houd één blesbok in het vizier en heb geduld. ©Rudi Debruyne
©Rudi Debruyne
Met wat geduld zet het dier dat je in het vizier houdt het op een lopen. ©Rudi Debruyne

TIP 3a: Hou de achtergrond op de achtergrond

Hoed je voor een te drukke achtergrond, want dan komt je onderwerp niet goed naar voor. Rudi: “Probeer ervoor te zorgen dat het dier als het ware loskomt van de achtergrond.”

©Rudi Debruyne
©Rudi Debruyne

TIP 3b: De achtergrond is meer dan achtergrond

Nee hoor, deze tip spreekt de vorige niet tegen. Wissel af! Verleg af en toe je focus en laat in je foto’s ook zien in welke indrukwekkende landschappen de dieren leven. Je beeld hoeft niet altijd helemaal gevuld te zijn met dieren.

©Rudi Debruyne
Rudi: “Een landschapsfoto zegt meer als er één van de bewoners van dat landschap in beeld is.” ©Rudi Debruyne

TIP 4: Spreek ze aan om ze sprekend te portretteren

Als je de kans krijgt om echt dichtbij te komen, focus je dan op het maken van portretten. Maar hoe zorg je ervoor dat een dier naar je kijkt? Rudi: “Even in z’n richting fluiten! Of brullen als een leeuw, werkt verbazend goed. En niet alleen bij leeuwen zelf, ook bij hun prooidieren. (lacht) Grote katten liggen vaak te slapen, ook als er tien auto’s rond hen staan. Gelukkig zijn slapende leeuwen ronduit een vervelend tafereel en vertrekken de meeste chauffeurs na enkele minuten. Wacht je beurt af en maneuvreer je auto zodanig dat iedereen goed kan fotograferen. Zorg dat je camera helemaal klaar staat, wacht een stil moment af en brul. Gegarandeerd kijken ze enkele seconden op. Recht in je lens. Eén prachtig portret later hebben ze door dat jij de ‘brullende leeuw’ was en dutten ze verder.”

©Rudi Debruyne
Even fluiten en deze koedoe keek recht in de lens. ©Rudi Debruyne

TIP 5: Zoek naar interactie

Vogels die kwetterend een praatje lijken te slaan, spelende apen, je eigen vrouw die een leeuwenwelpje kust. Rudi: “Vaak heb je fantastische mogelijkheden op de plaatsen waar mens en dier elkaar tegenkomen. De tuin van je hotel of een plaatselijk dierenopvangcentrum bijvoorbeeld. Neem dus ook daar je tijd om te observeren, met je camera klikklaar.”

©Rudi Debruyne
Zoek naar interactie tussen dieren, of tussen mens en dier. ©Rudi Debruyne
©Rudi Debruyne
Ook in de tuin van je hotel houd je maar beter je camera in de aanslag. ©Rudi Debruyne

TIP 6: Vertel niet alles in je beeld

Interessante foto’s zijn doorgaans mooiere foto’s. Laat dus iets aan de verbeelding over. Rudi geeft een voorbeeld: “Je hoeft niet altijd een hele groep dieren te fotograferen om te vertellen dat ze met veel waren. Dat kan je ook suggereren. Neem nu deze zebra’s. Je ziet maar twee dieren, je ziet alleen hun hoofd en er is er zelfs maar één scherp. Maar toch voel je dat ik hier voor een hele groep zebra’s stond.”

©Rudi Debruyne
Ook al zie je maar één zebra, je voelt dat hier een kudde aanwezig is. ©Rudi Debruyne

TIP 7: Schoonheid zit soms in een klein hoekje

Gooi niet te snel foto’s weg. Soms kwam een dier niet helemaal tevoorschijn en lijken er op je foto’s alleen maar struiken te staan. Maar als – een stukje van – het dier scherp genoeg op de foto staat, kan je met een uitsnede vaak een mysterieus pareltje krijgen. Rudi: “In Zuid-Afrika ontdekte ik vlak naast de weg een luipaard. Het machtige dier lag op amper 8 meter van onze wagen, maar bleef in de dekking. Ik stelde scherp op zijn oog en klikte er op los.”

©Rudi Debruyne
Dit luipaard bleef in dekking, maar een goed gekozen uitsnede levert toch een mysterieus beeld op. ©Rudi Debruyne