© Alain Verstraete
07 september 2015

Sfeerverslag uit Fins niemandsland: juli 2015

We maakten onvergetelijke momenten mee tijdens onze week in de ongeziene, ruwe natuur op de Fins-Russische grens. We stonden oog in oog met bruine beren, spelende veelvraten en een patrouillerende wolf. We maakten kennis met het bosrendier en de zeldzame zoetwaterzeehond. Zelden zo goed gescoord in Fins niemandsland. Lees hier het sfeerverslag.

Beer in het bloemenveld. © Alain Verstraete

Vrijdag 10 juli

Van de luchthaven was het een vier-uur-durende rit naar Rantasalmi. Daar genoten we eerst van ons avondeten voor we het Saimaa-meer op gingen. Dit meer is met haar 4400 vierkante kilometer het grootste meer van Finland. De reden van ons bezoek? De Saimaa-ringelrob, een endemische zoetwaterzeehond waarvan er slechts een 340 exemplaren zijn. Op onze zoektocht naar deze doelsoort kwamen we heel wat vogels tegen: de roodhalsfuut, wilde zwanen, boomvalk, koekoek, parelduiker, grote zaagbek, bonte kraaien, zilvermeeuw, stormmeeuw en visarenden nabij en op hun nest. De schipper die ons doorheen het labyrint gidste, kende duidelijk de beste plaatsen. Binnen het uur zagen we een vissende zeehond. Nadien dobberde het dier nog even dicht bij de boot. Alvast de eerste doelsoort op zak.

Stormmeeuw over het water. © Alain Verstraete

Zaterdag 11 juli

Onderweg naar Eero, maakten we even een tussenstop in Herraniemi. Kraanvogels, bonte kraaien, een bruine kiekendief, een witgatje en prachtige bloementapijten en lupines zo ver je kon kijken. Simpelweg heerlijk. Na de aankomst en briefing in het veelvratenbasiskamp trokken we naar de observatiehutten. Twee uren nadat we ons geïnstalleerd hadden, verscheen de eerste veelvraat. Het dier passeerde meerdere keren op minder dan vijf meter voor onze hut. Nog geen half uur later kwam er een familie van drie veelvraten. Wanneer ook zij er vandoor gingen, waren we allemaal moe maar voldaan. Hoog tijd voor ons bed.

Veelvraat al spelend in de boom. © Alain Verstraete

De volgende ochtend werden we gewekt door grollende veelvraten. De familie van drie stond weer vlak voor de hut. Hoe konden we op een betere manier wakker worden?

Zondag 12 juli

Toen we van Eero’s basiskamp richting Herraniemi vertrokken, vonden we meerdere sneeuwhazen op en nabij de hoofdweg. Via Herraniemi gingen we naar Autiovaara, Patvinsuo’s mooiste stuk oerbos. We begaven ons naar de vogeltoren. Het koude weer zorgde voor weinig vogelactiviteit. Toch zagen we nog wilde zwanen en kraanvogels met jongen, een gekraagde roodstaart, grauwe vliegenvangers, goudvinken, regenwulpen, zwarte ruiter, brilduiker en wilde eenden. Alain, die op pad was met Esa richting bevervlot, had meer geluk met zijn beverfotosessie. Twee keer een voorbij zwemmend exemplaar dat alarmerend met de staart op het water klapte. Subliem.

Voorbijzwemmende bever. © Alain Verstraete

Maandag 13 juli

Na onze rit richting het noorden bevonden we ons in Fins niemandsland. We stopten even voor een oeverloper in de berm en een goudplevier in het veen voor we aankwamen in het volgende basiskamp. Grote bonte spechten, goudvinken, sijzen en een rosgrijze woelmuis lieten zich van kortbij observeren en fotograferen. We deponeerden nog een karkas aan de aanhangwagen en verlieten Kuika base camp.

Eenmaal gesetteld in ons nieuw verblijf voor de komende nacht, gaven de smalle raampjes een weids en idyllisch uitzicht over de taiga. Meeuwen en raven waren present en even later verscheen een eerste immature zeearend, gevolgd door een zwarte wouw. Rond 19 uur verscheen een eerste bruine beer. Driekwartier later stond er een tweede beer links van ons. Deze beer ging rechtstreeks naar het karkas toe om te eten. Na wat trek-, sleur- en bijtwerk was het karkas binnen de kortste keren opengereten. Twee andere beren gaven ook acte de presence. Uit de lichaamstaal van deze beren bleek snel dat we een food fight zouden zien: oren plat, schouders breed en kop omlaag. In een mum van tijd stonden de beren brullend lijnrecht tegenover elkaar. Toen de verliezer afdroop, eiste de winnaar het kadaver op en begon deze ervan te (vr)eten.

Na al dat berengeweld was het Luc die voor een verrassing zorgde: hij ontdekte een wolf. Het jonge, solitaire dier, dat op bijna onzichtbare wijze door de begroeiing manoeuvreerde, bleef even kijken naar wat zich afspeelde voor onze hutten. Toen hij besefte dat hij geen schijn van kans maakte tegen de beren, zocht hij terug de bosrand op en verdween hij uit het zicht.

Brullende beren. © Alain Verstraete

Dinsdag 14 juli

We reden door naar Viksimo, nabij de blauwstaart stake out. Speciale zaken zagen we niet, maar na de vorige nacht was dat ook niet erg. Er verschenen nog wat beren op het toneel, maar nooit in interactie met elkaar en nooit gelijktijdig.

Zeearend. © Alain Verstraete

Woensdag 15 juli

De volgende dag reden we verder via Sakalampi en langsheen de baai. We hadden helaas geen succes wat het bosrendier betreft. Wel zagen we de muskusrat, de boomvalk en de parelduiker. Binnendoor via Niva leverde ook niets op, enkel een vrouwtje korhoen. We keerden terug naar Elimysalo, waar we nog wat wandelingen maken. Behalve wat keutels en sporen van elanden en wolven, geen resultaat.

Parelduiker met jong. © Alain Verstraete

Donderdag 16 juli & vrijdag 17 juli

Het einde van de reis naderde toen we van Elimyssalo naar Kuhmo reden. Plots merkten we op een paar geoogste veldjes voorbij een boerderij een bosrendier op. Het zou het enige exemplaar van de reis worden. Maar geen reden tot geklaag: na de zeehond en de drie toppredatoren bracht dit ons op target vijf.

Langzaam maar zeker reden we door naar de laatste huttenlocatie met een idyllisch mooie setting. De bosruiter en de wintertaling paradeerden en foerageerden wat met hun kroost. Lang hielden die ons niet bezig, want rond 18 uur verscheen de eerste carnivoor: een volwassen veelvraat, ook wel de rotskat genaamd. Even later verschenen er beren op het toneel, maar ze kwamen niet eten. De veelvraat deed dat wel. Met zijn bek vol aas verkoos hij om verder te eten in de veilige beschutting van de aangrenzende begroeiing. Een glansrijk einde voor deze prachtige natuurreis.

Bosrendier. © Alain Verstraete

STARLING’s gedrevenheid bij het zoeken naar zoogdieren leidde telkens weer tot schitterende waarnemingen. Aanvankelijk was ik niet zo’n grote fan van het schuilhuttenconcept, maar daar kwam algauw verandering in toen de eerste veelvraat kwam aangehobbeld. Vanuit een schuilhut beleef je natuurtaferelen die je anders nooit te zien krijgt.

- Mathieu B.

Meerdere bijzonder impressies opgedaan tijdens deze reis. Het gevoel terug te keren naar het Europa van de oertijd. Zou het er zo hebben uitgezien na de laatste ijstijd?

 

- Luc M.