Rondreis door Scandinavië 2015: grandioos succes met uilen, hoenders en toendrasoorten!
Tijdens de trip naar Scandinavië van 2015 wisten de STARLING-deelnemers van geen ophouden. Doelsoort na doelsoort werd gevonden waaronder de verschillende uilen, hoenders en andere toendrasoorten. Zowel de Finse taiga als de Noorse fjorden waren het speelterrein voor een bende gelukkige vogelaars. Iets wat dubbel en dik opgeleverd heeft. Reisleider Billy vertelt over de gebeurtenissen van deze vogelreis naar Scandinavië in een sappig reisverslag.
Uilen tijdens de middernachtzon
Na een vlekkeloze vlucht, arriveerden we in centraal Finland: Oulu. Zingende bonte vliegenvangers en koperwieken gaven ons een verwelkomingsconcert. Brilduikers en wilde zwanen zaten op het meer. Bizarre sfeer, de avond viel maar niet en de zwarte nacht was de grote afwezige. ’s Nachts om 2u30 uur liep de wekker af. Nog volledig helder in de kamer. Een gevoel waar we snel aan zouden wennen, maar waar we nu nog niet helemaal mee vertrouwd waren. Onze gids stond al klaar en een schitterend ontbijtpakket lag ons op te wachten. Dit was service op en top.
Na een rustige rit met enkele kraanvogels langs de weg, reden we het bos in. De eerste verrassing was een eland die midden op ons pad stond. Een eind verderop halt. De bolderende korhoenen zaten te korren, en de eerste ochtendgeluiden rezen uit het bos. Plots werd ze gevonden, de eerste doelsoort van de ochtend: de Laplanduil. Een knap staaltje donzige pluimen waar talrijke ‘wow’s’ en ‘aaah’s’ voor vielen. Daar zat ze dan, een droomsoort in het eerste ochtendzonnetje.
Een Laplanduil is een van de mooiste uilen van Europa. © Billy Herman
Na ruime tijd observeren trokken we verder, op zoek naar de volgende doelsoort. Een unieke drieteenspecht liet zich vanop heel korte afstand prachtig bewonderen, een houtsnip zat mooi op de baan. Het duurde enige tijd maar uiteindelijk werd ons speurwerk beloond en konden we onze tweede uil van de ochtend vinden: de Oeraluil. Alweer zo’n beauty en een imposante verschijning. Schuw zijn ze altijd, maar toch liet ze zich mooi zien voor ons.
Tijdens het ontbijt in het veld vloog een draaihals kort langs en een gierzwaluw verliet zijn natuurlijke nestholte (spechtengat in berk). Volgende uiltje in rij was de kleinste sloeber van allemaal. Hiervoor gingen we naar een nestbak en kon iedereen twee dwerguiltjes mooi bekijken. Later tijdens de reis zouden we deze soort nog zien zingen in zijn territorium. We sloten de dag af met een schitterende show. Een nest sperweruilen was net uitgevlogen en de jongen lieten zich vanop korte afstand mooi observeren. Ook de ouders waren uiteraard in de buurt aanwezig en lieten zich zalig bewonderen. Wat een ochtend. Eentje om werkelijk nooit meer te vergeten.
De specialiteiten van de Finse taiga
We reden na het inpakken verder richting Kuusamo, door prachtige taigabossen met ongerepte meren. In Kuusamo werden we gastvrij onthaald in ons sferig hotelletje. Omdat we terug vroeg uit de veren moesten, kozen we voor een rustige avond. Een koppel parelduikers zong de heldere nacht in. De volgende ochtend hetzelfde scenario als daags voordien. Ditmaal geen eland maar sneeuwhazen langs de weg. We werden opgewacht door Antti, een jonge gepassioneerde lokale gids met een neus voor de Finse avifauna.
Een eerste korte stop leverde de dwerggors, de taigagaai en het moerassneeuwhoen op. Wat een droomsoorten alweer. Op weg naar Livaara zagen we kort een pestvogel, een zalige familie taigagaaien en een mooi mannetje en vrouwtje auerhoen. Na een lekker ontbijt in het veld waren we klaar voor een prachtige wandeling op zoek naar blauwstaart. Het hoofddoel bleef uit, maar ondertussen zagen we enkele andere knallers van formaat. Wat dacht je van de visarend, de bruinkopmees, de bosgors en een prachtig mannetje dwerguil? Om nog maar te zwijgen van het hazelhoen dat rond ons kwam gelopen en het ruigpootuiltje dat uit zijn nestbak kwam piepen. Onze tweede ochtend was alweer eentje om in te kaderen en na dag twee hadden we al bijna alle doelsoorten van Finland op een fantastische manier waargenomen.
De volgende dag bleven we in de buurt van Kuusamo tot de vroege middag. Het leverende ons nog een mooi vrouwtje auerhoen, prachtige Calypso orchissen, korhoenen en uiteindelijk, na hard zoeken, een blauwstaart op. De laatste echte doelsoort voor Centraal-Finland. Ook het hazelhoen liet zich weer zalig bewonderen. Na de middag reden we verder naar het noorden, richting Ivalo. Op weg zagen we een steenarend en passeerden we door een bekend veengebied. Hier zagen we bosruiters baltsen in de vlucht en zingen vanaf hun uitkijkpost bovenop de berkjes en konden we ook enkele breedbekstrandlopers waarnemen. Heerlijk.
De volgende ochtend bezochten we een andere spectaculaire plaats in de buurt van Ivalo: Kiilopa. Een stukje toendra dat boven de taiga uittorent en geschikt is voor roodsterblauwborsten, goudplevieren in zomerkleed en morinelplevieren in zomerkleed. Rond de middag maakten we een tussenstop in het bekende Kaamanen. Hier vonden we onze eerste haakbekken van de reis. Ook tientallen kepen en een andere bruinkopmees konden we bewonderen en de eerste echte zwarte zwarte ruiters lieten zich mooi zien. Uiteindelijk reden we Noorwegen binnen en zagen we een van de meest bizarre vogels van de reis: de grauwe gors. Deze was minstens 1500 km uit de richting gevlogen en een extreme zeldzaamheid op deze breedtegraad.
Overal zeevogels
Het laatste hoofdstuk van de reis was de Varangerfjord. Een plaats die je als vogelkijker simpelweg eens moet gedaan hebben. Dag een was een rustige dag om in de sfeer te komen. Een dag met de eerste zeearenden, middelste zaagbekken, stellers’- en koningseider, roodkeelpiepers, grauwe franjepoten, toendrarietganzen, ijseenden, kanoeten, rosse grutto’s, kleine strandlopers, paarse strandlopers, bonte strandlopers en steenlopers.
Omdat het mooi weer zou worden op dag twee, besloten we om naar het vogeleiland Hornoya te gaan. Hornoya is een klein eiland in het noorden van de Varangerfjord en goed voor tienduizenden zeevogels. De ster van de kliffen hier is de kortbekzeekoet, maar ook alle andere soorten kwamen aan bod. Het duurde maar enkele minuten om de eerste kortbekzeekoeten te vinden tussen de aanwezige zeekoeten, alken, kuifaalscholvers, papegaaiduikers en drieteenmeeuwen. In totaal bleven we twee uur in de kolonie, maar de tijd vloog voorbij. Ongetwijfeld was ook dit een van de vele hoogtepunten van de reis.
Na het eiland Hornoya keken we in de namiddag nog verder vogels langs de kust. Dit leverde ons een mooie velduil, witstuitbarmsijs, baltsende temmincks strandlopers, kleine- en grote burgemeesters, honderden ijseenden, de eerste ijsgors en de eerste roodkeelduikers in zomerkleed op.
De twee laatste dagen in de Varanger reden we richting west en noord, de toendravlakte op en langs de gure rotskusten. Qua natuurbeleving een climax van jewelste met vogels en waarnemingen om vingers van af te likken. Het begon met een ruigpootbuizerd op nest en explodeerde al snel met waarnemingen van een jagende smelleken en slechtvalk, bonte strandloper en kemphanen baltsend, grauwe franjepoot binnen handbereik, groepen foeragerende kleinste jagers, sneeuwgorzen en ijsgorzen in zomerkleed, nog meer morinelplevieren en Alpensneeuwhoenen, toppers, steenarenden, strandleeuwerik, tientallen zeearenden, nog meer elanden en witstuitbarmsijsjes, een spectaculaire sperweruil vlak boven onze hoofden en uiteindelijk, na doortastend zoeken, een van de mooiste soorten van de reis: een adulte zomer geelsnavelduiker. Veel meer dan dit was er niet uit te halen en moe maar voldaan keken we met de ganse groep terug op wat een heel geslaagde trip was.