







Reisverslag vogelreis naar de Algerijnse boomklever in 2019
Reizen naar Algerije om de endemische Algerijnse Boomklever te zien is moeilijk uit te leggen aan niet-vogelaars. De meest ambitieuze vogelaars begrijpen dat we veel moeite en tijd staken in deze reis, om de mythische en pas in 1975 ontdekte soort te zien. Sinds er geen dreiging meer is van terroristische groepen in het gebied waar de Algerijnse boomklever leeft, is het veilig om naar daar te reizen.
31 mei: reisdag
Vanuit Nederland en België rijden we naar Parijs, Orly. Op de luchthaven ontmoeten we onze reisgids Geert Beckers, nemen we de vlucht van 17u00 en arriveren om 19u15 in Constantine. Op de luchthaven ontmoeten we onze lokale gids. Op de weg naar het restaurant is er geen of weinig verkeer. Dit komt door de Ramadan, waar iedereen na zonsondergang binnen zit om te eten. Na het avondmaal kruipen we vroeg in ons bed, want de volgende dag staan we heel vroeg op.
1 juni: Algerijnse Boomklever
Na het ontbijt om 5u00, verlaten het hotel een halfuurtje later en rijden naar Djimla. Onderweg spotten we zwarte tapuit, zomertortel, grauwe buulbuul spp. barbatus en Maghrebpimpelmees. Éénmaal aangekomen in Djimla, start onze wandeltocht naar het Bouafroun Forest. In de open stukken aan de voet van het bos zagen we diadeemroodstaart, Levaillant’s specht, bergfluiter en kleine zwartkop. Binnen in het bos worden we verwelkomd door Atlasvliegenvanger, boomkruiper ssp. mauritanica, grote bonte specht ssp. numidus en zwarte mees. Eventjes later volgde Algerijnse boomklever waar we verschillende individuen van spotten. Dieper in het bos vinden we zelfs een familie Algerijnse boomklevers en 2 bezette nesten. In de open stukken in het bos zien we slangenarend, dwergarend, arendbuizerd spp. cirtensis, raaf ssp. tingiltanus en vale gier overvliegen. Verder zoeken we ook nog naar bosuil, zonder succes. We horen wel een wielwaal zingen en zien een Koelliker’s glass lizard op de grond. Op de terugweg naar de auto’s zien we nog een westelijke blonde tapuit.
Op de weg terug naar Constantine doen we een tussenstop in Mechta Mellel. We schuimen de rivier en rietvelden af en zien roodkopklauwier, koereiger, kleine zilverreiger, kleine plevier en kwak. Bij de zangers zien we cetti’s zanger, westelijke vale spotvogel, graszanger en uiteraard de kortvleugelkarekiet ssp. ambiguus. Een zwarte wouw en torevalk vliegen over.
Aangekomen in Constantine bezoeken we Gorge du Rhumel. Daar zien we Spaanse mus, kauw ssp. citensis, kleine torenvalk, alpengierzwaluw, rotszwaluw, vale gierzwaluw, blauwe rotslijster en slechtvlak ssp. brookei. De lokale gids Karim nodigt ons uit bij hem thuis voor het avondmaal.
2 juni: een laatste effort
We hebben enkel nog de voormiddag vrij om wat vogels te zien. We kunnen kiezen tussen een naaldbos of een meer. We kiezen voor beide! Opnieuw staan we heel vroeg op en verlaten het hotel om 5u30. Onze eerste stop is Lac de Guettar el Aich. We zien er witkopeend, dodaars, geoorde fuut, fuut, purperreiger en grote karekiet. In de velden en akkers rond het meer horen we kuifleeuwerik en kwartel.
Daarna rijden we verder naar het Park Djebel el Quahch. In het naaldbos gaan we specifiek op zoek naar kruisbek ssp. poliogyna, die we ook te zien krijgen. Verder zit in het park ook nog gaai ssp. cervicalis, dwergooruil, boomleeuwerik, cirlgors, appelvink en hop. Af en toe vliegt een dwergarend over. In de kleine vijvers in het park vinden we berber toad.
We hadden het geluk om te reizen onder een stralende hemel en aangename temperaturen. Het was een groot plezier om de belangrijkste vogelsoorten te zien tijdens het reizen door een onaangetast, bloeiend en golvend landschap in dit deel van Algerije. Een aanrader!