Reisverslag roofvogels in Batumi, Georgië 2023: de spectaculaire trek
“Bam! This is Batumi.” vat een van de vogeltellers op de trektelpost Sakhalvasho treffend onze recentste roofvogelreis naar Georgië samen. Duizenden trekkende roofvogels per dág, zagen reiziger Pierre Van Heuverswyn en zijn STARLING-gezelschap overvliegen in Batumi en omgeving. Pierre noteerde nauwgezet de uitmuntende waarnemingen en impressionante cijfers, én neemt je mee in de sfeer van deze once in a lifetime vogelreis.
Lees hier zijn reisverslag.
→ ALLE FOTO’S IN DIT REISVERSLAG ZIJN GEMAAKT DOOR DE DEELNEMERS VAN DEZE EDITIE.
© Pierre Van Heuversweyn / © Jasper Verreyt / © Bert Van Hecke / © Jean Dierick / © Bas De Ketelaere
Roofvogels in Batumi: dé place to be
Batumi, een havenstad aan de Zwarte Zee in Georgië staat bij vogelliefhebbers bekend als ‘the place to be’ om een fenomenale roofvogeltrek te beleven. De plek vormt tijdens de herfsttrek een ‘bottleneck’ voor de roofvogels, waardoor er in september meer dan 1 miljoen exemplaren overvliegen.
Met een groep van 10 enthousiaste vogelaars, en begeleid door STARLING-roofvogelspecialist Bas De Ketelaere, trekken we er voor een week naartoe. STARLING werkt in Georgië samen met Batumi Raptor Count, een door Belgen opgestarte organisatie die zich inzet voor het monitoren en het behoud van de vogels. Vanop twee telposten tellen de vrijwilligers de migrerende roofvogels.
Warm welkom in de roofvogelhoofdstad van Georgië
Na een lange reis van Brussel over Istanbul naar Batumi, komen we in het schemerdonker aan op Batumi Airport. We passeren vlot de noodzakelijke douane- en politiecontrole en rijden met ons busje naar ons guesthouse, zo’n 10 km verderop in het Sakhalvasho.
Onze gastfamilie trakteert ons op een deugddoend avondmaal met heerlijke Georgische gerechten en huisgemaakte wijn. Daarna duiken we ons bed in, want morgen willen we vroeg op post zijn bij de trektellers.
Raptor Count in Sakhalvasho
Onze eerste volle dag in Georgië begint goed: we worden gewekt door het gekwetter van een groep van zo’n 40 bijeneters die neerstrijken in de toppen van de bomen rond het guesthouse. Ook de boerenzwaluwen en huiszwaluwen zijn talrijk en hier en daar spotten we gekraagde roodstaart.
Na het ontbijt wandelen we het steile pad op, naar de trektelpost Sakhalvasho, van Batumi Raptor Count (ook Raptor Bird Watchpoint genoemd, 41°41’04.08”N – 41°43’48.35”E). Wanneer wij er arriveren, zijn de tellers al volop de wolkenhemel aan het afspeuren. De eerste overvliegende trekvogels zijn groepjes kiekendieven (grauwe, steppe- en bruine kiekendief). Ze vliegen vrij ver over de kruin van het gebergte. Dankzij het geoefende oog en de specifieke roofvogelkennis van onze gids Bas kunnen we de mannetjes, de juveniele kiekendieven en de vrouwtjes uit elkaar te houden.
Enkele wielewalen vliegen voorbij en wat later vormt er zich een eerste ‘wolk’ roofvogels (in het Engels ‘kettle’ genaamd). Op thermiek winnen ze hoogte boven de bergen om vervolgens zuidwaarts uit te zwermen. De vogelwolk bestaat hoofdzakelijk uit wespendieven, in het gezelschap van zwarte wouwen. De hele voormiddag lang zweven duizenden wespendieven, honderden zwarte wouwen, en nu en dan een groep balkansperwers langs de bergflank. Een impressionante ervaring.
Maar dan vormen zich zware wolken boven de zwarte zee, de wind wakkert aan en plots krijgen we een ferme regenvlaag over ons heen … De trek valt volledig stil.
Wespendieven en zwarte wouwen komen schuilen in de boomtoppen rond de telpost. Van onder een afdak, kunnen we nu de vele roofvogels van dichtbij spotten. Zodra de hevige regen ophoudt en de zon ons van achter de wolken komt opwarmen, start de namiddagtrek. En die is nog impressionanter dan deze voormiddag.
De ene wolk roofvogels na de andere vormt zich boven de berghelling. Vele honderden exemplaren stijgen in rondjes op de thermiek om dan, zodra ze hoog genoeg zijn, zuidwaarts weg te glijden. Boven de zee vliegen er ondertussen enkele visarenden voorbij.
Niet alleen de roofvogels maken gebruik van de ‘bottleneck’ van Batumi. Groepjes bijeneters vliegen regelmatig over de telpost. Een aantal scharrelaars laten hun mooi blauw verenkleed zien in de zon wanneer ze door de vallei vliegen. Grote aantallen zwaluwen (oever-, huis- en boerenzwaluw) vliegen continu over ons heen en regelmatig komen gele kwikstaarten en ortolanen voorbij. Plots scheert een slechtvalk rakelings over ons. Of dat denken we … op de foto die een van mijn medereizigers kon maken, blijkt het om een boomvalk te gaan, die veel groter lijkt doordat hij een enorme prooi in zijn klauwen houdt.
Verdict van onze eerste Batumi-dag: geslaagd! De trektelpost rapporteert die dag onder meer 18.000 wespendieven, 400 zwarte wouwen en 100 grauwe kiekendieven. Vanuit de vallei horen we ondertussen geweerschoten knallen. De roofvogeljacht is de nationale sport van de lokale bevolking in deze streek …
Wolken wespendieven en wouwen in Shuamta
Vandaag staat de tweede telpost van Batumi Raptor Count op ons programma: Shuamta (41°42’12.75”N – 41°46’47.52”E). In vogelvlucht ligt die op zo’n 4 km van ons guesthouse, maar langs het kronkelende bergpad moeten we 11 km rijden. Langzaam klimt ons busje het hobbelige pad op. Na 45 minuten rijden rest ons nog een steile wandeling naar de telpost.
Ook hier worden we verwelkomd door wolken wespendieven en zwarte wouwen. Hoog boven de bergwand vormen zich de hele voormiddag ‘kettles’ roofvogels. Op thermiek stijgen ze op en zwermen ze uit richting het zuiden, in groepjes van 10 tot 20 vogels.
Balkansperwers, grauwe, steppe- en bruine kiekendieven mengen zich regelmatig met die onophoudelijke sliert.
De juveniele en vrouwtje steppekiekendief (Montagu’s Harrier) zijn soms moeilijk te onderscheiden van hun grauwe soortgenoten (Pallied Harrier). Op de telpost noteren ze deze vogels dan als MontPalls, een samentrekking van ‘Montagu’s’ en ‘Pallied’ Harrier.
Ondertussen worden we onophoudelijk getrakteerd op het rollend “prrriwiet, prrriwiet” van de vele bijeneters. Die vliegen voortdurend in groepjes van 20 tot 30 exemplaren laag over de telpost. In de vallei passeren ook regelmatig groepjes zomertortel en groepjes scharrelaars.
Na de middag valt de trek wat stil. Maar dat laten we niet aan ons hart komen: we doen ons tegoed aan de smeuïge warme kaastaart in het café op de telpost. Een lokale familie baat die uit en verkoopt er versnaperingen, frisdrank en zelfs een lokaal bier dat ze Belgium genoemd hebben. Ondertussen blijven de roofvogelspecialisten onder ons bij de pinken. Koen spot een aasgier, Jasper een juveniele zeearend en STARLING-vogelgids Bas wijst ons de lokale steppebuizerds aan. Ook een dwergarend cirkelt boven de vallei.
Strandlopers en meeuwen in Kolkheti Nationaal Park
Goudjakhalzen wekken ons nog voor zonsondergang met hun klagende gehuil. De vele honden van de lokale inwoners beantwoorden het met luid geblaf. Om tijdig aan de ontbijttafel aan te schuiven, hebben we vandaag dus geen wekker nodig …
Om half acht rijden we al noordwaarts richting Putti. We volgen de kustlijn doorheen het relatief vlakke landschap aan de voet van de kleine Kaukausus. Het bestaat uit kleine maisvelden, afgezoomd met lage bomen en struiken, of uit stroken met hoge grassen en wilde planten. Her en der ligt er een klein meertje waarop reigers foerageren. Na 45 minuten bereiken we het Kolkheti Nationaal Park bij Lake Paliastomi.
We laten het meer rechts liggen en gaan het strand op om steltlopers en meeuwen te spotten. Opvallend: het zwarte strand ligt bezaaid met bergen plastic afval. Zodra de westenwind wat heviger is, drijft die plastic en ander afval richting de stranden van Georgië. Op het strandgedeelte dat ingericht is voor de lokale zonnekloppers, ruimt de plaatselijke gemeentedienst het afval op. Wij gaan de andere kant op, richting de monding van de Malatakva-rivier, die de verbinding vormt tussen de Zwarte Zee en Lake Paliastomi. Tussen de plastic flessen, metalen blikjes en houtafval, spotten we diverse steltlopers: kleine plevier, kleine strandloper, bontbekplevier, Temmincks strandloper, bonte strandloper, regenwulp, krombekstrandloper, groenpootruiter, oeverloper, zilverplevier, drieteenstrandloper.
Langs de oever zitten vele blauwe reigers, kleine en grote zilverreigers. Ook hier zijn we getuige van de indrukwekkende Georgische vogeltrek. Regelmatig vliegen groepjes wespendieven en zwarte wouwen over het strand. Een lokale zeearend zweeft ver weg boven de boomkruinen. In de lage struiken zitten vele gele kwikstaarten, enkele tapuiten en grauwe klauwieren. Op het einde van de landengte, waar de rivier de zee binnenvloeit zitten aalscholvers, kokmeeuwen, geelpootmeeuwen en enkele dwergmeeuwen. Witwangsternen en lachsternen houden hen gezelschap.
De felle middagzon warmt het strand goed op. Goed bezweet, ook door de hoge luchtvochtigheid, breien we een einde aan onze wandeling. Picknicken doen we aan de oever van Lake Paliastomi, in de lokale bar naast een desolaat terrein met betonnen ruïnes die vermoedelijk ooit dienstdeden als militaire opslagplaats. Op deze vogelreis in Georgië laten we de vogels nooit los: terwijl we lunchen, geven we onze ogen de kost. Een kleine klapekster zit op een betonnen paal, vliegt op om een insect te vangen en strijkt weer neer. Hoog in de lucht vliegen enkele ooievaars over. Op en rond het meer zitten aalscholvers, blauwe reigers, kleine zilverreigers en dwergmeeuwen. Twee scharrelaars laten zich ook opmerken.
Terug bij het guesthouse genieten we vanop het terras, fris biertje in de hand, verder van de vele roofvogels die zuidwaarts voorbijtrekken. De ene wespendief dicht voorbij scherend, de andere zwarte wouw hoog boven de bergwand, de bruine kiekendief diep in de vallei, een andere grauwe kiekendief vlak voor het terras, een dwergarend hoog in de lucht, kwetterende bijeneters vlak boven ons hoofd, … En zo blijft de trek voortduren, tot het schemerdonker.
We sluiten de avond af aan een rijkgevulde tafel met allerlei Georgische gerechten, plus huisgemaakte wijn. Om niet de chatcha te vergeten, een jeneverachtig likeur dat de gastheer in zijn kelder destilleert en waarmee hij jolig onze glazen vol schenkt.
Topdag voor trekvogels: Batumi op zijn best!
Vandaag beslissen we om nog een dag door te brengen op trektelpost Sakhalvasho. Het weerbericht voorspelt een zonnige dag met lichte bewolking. Stapelwolken blijven hangen over de bergtoppen terwijl de vallei en de telpost baden in het zonlicht. Met dit weerscenario zouden de trekvogels lager moeten doorkomen. En dit blijkt inderdaad zo te zijn. De hele dag krijgen we het fenomenale natuurschouwspel van ‘wolken’ roofvogels die zich boven de vallei vormen, om dan uit te zwermen en boven en rond de telpost over te vliegen.
Het blijkt een regelrechte topdag te zijn: ‘s avonds lezen we op trektellen.org dat deze Georgische vogeltelpost 77.700 wespendieven genoteerd heeft. Ook zwarte wouwen (9.886 exemplaren), grauwe en steppekiekendieven (203 exemplaren), dwergarenden (130 exemplaren) en bruine kiekendieven (131 exemplaren) werden in enorme aantallen gespot. Verder vlogen over: zwarte ooievaar, ooievaar, visarend, Aziatische wespendief, slangenarend, aasgier, schreeuwarend, steppebuizerd, slechtvalk. Maar ook andere vogels, die Batumi Raptor Count niet telt, zijn talrijk aanwezig: vele bijeneters, zwaluwen, scharrelaars, …
Vandaag was een onvergetelijke en schitterende dag voor de fans van roofvogels in Batumi. Om het te zeggen met de woorden van de enthousiaste tellers: “BAM, THIS IS BATUMI. We have no words to describe a perfect day like today. Come to Batumi and experience this once in a lifetime.”
Fotomodellen aan de oevers van de Chorokhi-rivier
Voor de voorbije nacht was zware regenval voorspeld, en dat betekent dat de vele zangvogels die ‘s nachts trekken beschutting zoeken in lage bosjes en struikgewas. Wij maakten ons dus klaar om langs de monding van de Chorokhi-rivier, zangvogels te gaan spotten in de vele bosjes, ruigtes en lage struiken. Helaas viel er geen druppel regen.
We besluiten toch de regio van de Chorokhi te verkennen en rijden onder een zachte ochtendzon die richting uit. We starten onze wandeling in een uitgestrekte grasvlakte aan de linkeroever van de rivier, begroeid met struikjes en kleine bomen. Grazende koeien en paarden houden hier het gras kort. Al vlug spotten we een hop, in het gezelschap van enkele bonte kraaien. Rondom een oud vervallen gebouw zitten enkele huismussen en witte kwikstaarten, maar één vogel trekt onze speciale aandacht. Een groene bijeneter trekt rondjes rond het gebouw, landt uiteindelijk in een boompje en laat zich vandaar goed waarnemen. We kruisen enkele norse jagers, die ons geen blik gunnen. Loslopende honden houden ons gedurende de volledige wandeling gezelschap.
Op de grond foerageren tapuiten, in het lage struikgewas zitten paapjes, terwijl een duinpieper vanop een aarden heuveltje de vlakte overschouwt. Talrijke grauwe klauwieren zitten verspreid over de vlakte, op uitstekende takjes van de struiken, op de loer naar kevers, sprinkhanen, muizen en andere kleine dieren.
Ondertussen blijven wespendieven, bruine, grauwe en steppekiekendieven en zwarte wouwen ook hier overvliegen. Een groep purperreigers vliegt in formatie over. Een schreeuwarend komt aangevlogen en landt in de grasvlakte. Behalve roofvogels in Batumi spotten we ook regelmatig blauwe reigers, zwarte ooievaars en ooievaars, die hoog boven ons voorbij trekken. En de hele wandeling lang horen we bijeneters in de lucht hangen. Soms komen ze in groepjes van 20 tot 30 exemplaren wat lager overgevlogen en laten ze zich goed spotten, met hun typisch vliegprofiel. Groepjes gele kwikstaarten scheren ook met regelmatige tussenpauzes over ons heen.
Voor het met keien bezaaide strand liggen enkele poelen waarin kikkers zwemmen en diverse libellen rondvliegen. De ideale biotoop voor de ralreigers die her en der in de lage bomen zitten te roesten of overvliegen. Na een gezellige picknick op het keienstrand, in het gezelschap van overvliegende geelpootmeeuwen, dwergmeeuwen, kokmeeuwen en sternen, zet de groep de wandeling verder langs het keienstrand. Ze stappen richting de riviermonding en spotten daar steltlopers, futen, kuifduiker, ralreigers en ijsvogel.
Zelf blijf ik rond de picknickplaats foto’s maken van laag overvliegende vogels, zoals bruine kiekendief en ralreiger. Meerkikkers blijven rustig in het water, waterjuffers zweven over de poeltjes en laten zich gemakkelijk fotograferen. Ook grauwe klauwieren en zelfs een sperwervrouwtje komen naar de fotoshoot.
Ondertussen zetten van over zee donkere onweerswolken op. We zijn net op tijd bij ons busje om aan een plensende stortregen te ontsnappen. Ook deze geslaagde vogeldag sluiten we bij valavond af op ons balkon. Met een – ondertussen vertrouwd – lokaal biertje erbij spotten we nog enkele late trekvogels.
Birdwatching in Batumi
Deze nacht heeft het wél flink geregend. Naar verwachting zullen de ‘s nachts trekkende zangvogels hun trektocht onderbroken hebben en in bomen en struiken wachten op beter trekweer. We maken een ochtendwandeling in Batumi-stad. In een uitgestrekt stadspark langs de kust wisselen hoge bomen en lage struiken elkaar af. We steken hier en daar ook een kort gemaaid grasveld over.
In de hoge bomen verwachten we bijzondere soorten zoals een nachtzwaluw of dwergooruil, maar tevergeefs. In de lage struiken zit wel wat: naast de vele stadsduiven vinden we bonte kraaien en huismussen. We spotten een hop, grauwe klauwier, groene fitis, braamsluiper, zwartkop, gekraagde roodstaart en zelfs een grote karekiet. Boven zee trekken blauwe reigers zuidwaarts. Geelpootmeeuwen en aalscholvers roesten her en daar op paaltjes en boeien boeien. We treffen helaas een dood exemplaar van de yelkouanpijlstormvogel aan.
Na een koffiepauze op een terrasje aan de haven, rijden we naar de monding van de Chorokhi-rivier, deze keer aan de rechteroever. Op het keienstrand picknicken we in het gezelschap van ralreigers, ijsvogels en vele honderden geelpootmeeuwen. De wind begint harder te waaien en de zee wordt onstuimiger. Vele trekvogels worden van zee richting kustlijn geblazen. Talrijke bruine kiekendieven en enkele grauwe kiekendieven onderbreken hun trek en komen over land gevlogen. Witwang- en witvleugelsternen vliegen, laag over de golven, voorbij.
Boven de bergwand spotten we een grote groep vogels. Zo’n 110 vorkstaartplevieren dalen af naar de riviermonding en landen tussen de vele geelpootmeeuwen. Na een korte aarzeling beslissen ze weer verder te trekken. Ondertussen vliegen een tiental kluten mooi op een rijtje voorbij. We turen de zee af en zien nog de yelkouanpijlstormvogel, kemphaan, oeverloper en kleine strandloper. Vanuit zee komt een valkachtige vogel aangevlogen, recht onze richting uit. Tot onze verbazing scheert een nachtzwaluw nauwelijks een meter boven ons hoofd, om in het bosje achter ons weg te duiken. Gewoonweg geweldig.
Ondertussen heeft de westenwind ook zware wolken naar de kust gedreven. Een heftige plensbui doet ons schuilen in het busje. Zodra de regen ophoudt, stappen we richting strand. Maar met de regen is ook de wind gaan liggen, en valt er boven zee niet veel meer te bespeuren. Wel laten drie dolfijnen zich mooi zien.
Op en rond de riviermonding spotten we nog talrijke water- en andere vogels om de dag mooi af te sluiten: fuut, geoorde fuut, dodaars, waterhoen, blauwe reiger, ralreiger, ijsvogel, bonte strandloper, bontbekplevier, steenloper, oeverloper, aalscholver, kokmeeuw en vele honderden geelpootmeeuwen.
Batumi Botanical Garden
Op de laatste dag van onze roofvogelreis in Georgië staat een bezoek aan de botanische tuin van Batumi op het programma. Maar de roofvogels – toch dé sterren van deze natuurreis – brengen onze planning in de war. We blijven aan ons balkon gekluisterd om de talloze overvliegende roofvogels te spotten. Dicht over onze guesthouse scheren: wespendief, zwarte wouw, torenvalk, kleine torenvalk, bruine-, grauwe- en steppekiekendief, balkansperwer, dwergarend. Ook de andere overtrekkende vogels genieten van onze aandacht: wielewaal, zomertortel, scharrelaar, bijeneter, oeverzwaluw, huiszwaluw, boerenzwaluw, koolmees, bonte kraai, gele kwikstaart.
Een flinke regenbui laat de trek stilvallen. Tijd voor ons geplande bezoek aan Batumi Botanical Garden dus! In de verte zien we boven zee een blauwe hemel, wat ons hoopvol stemt. Maar de regen blijft met bakken uit de hemel vallen terwijl we het ruim 100 hectare grote botanische park binnenkomen. Nadat we even schuilen onder de parasols van de vele eetkraampjes, is de regen wat geluwd en starten we onze wandeling. Met een hoogteverschil van 0 tot 200 meter gaat het pad omhoog en omlaag. Nu en dan krijgen we een vergezicht over zee. Tussen twee regenbuien door zien we de trekvogels op ooghoogte over zee vliegen: blauwe reigers, purperreigers, aalscholvers in V-formatie, samen met de vele wespendieven, zwarte wouwen, bruine-, grauwe en steppekiekendieven. Helaas verdwijnen de trekvogels even later weer, omdat een nog hevigere regenbui komt opzetten. In de plensende regen zetten we de wandeling verder. In deze botanische tuin wordt weleens een Turkse boomklever gespot, en enkelen onder ons slagen daar ook in, ondanks de hevige regen.
Na een uitgeregende picknick rijden we doorweekt terug naar ons guesthouse. De laatste middag van onze Batumireis brengen we door op het terras. De regen is opgehouden en bij de eerste zonnestraal komt de vogeltrek alweer op gang. Als afsluiter van een uitermate geslaagde vogelreis, genieten we nog een laatste keer van de vele overvliegende roofvogels en andere trekvogels.